Elke mountainbiker onthoudt zijn eerste keer. Je rijdt over keien, rotsen, smalle paadjes, door beekjes en over allerlei soorten terreinen en dat voelt allemaal vrij onnatuurlijk aan. Het is leuk en opwindend en tegelijkertijd zenuwslopend en spannend. Het wordt makkelijker - en leuker! – naarmate je het vaker doet. En er zijn heel veel redenen waarom je nu de mountainbike zou moeten pakken.
Maar er zijn een paar tips waarvan elke mountainbiker zou willen dat iemand ze hen had verteld toen ze net begonnen. Dit is wat je moet weten als je voor het eerst off-road gaat.
1. Zit ontspannen op de fiets
Het is de taak van je fiets om over technisch terrein te rijden. Het is jouw taak om je fiets zijn werk te laten doen. Dat betekent dat je je lichaam ontspant, zodat de fiets onder je kan bewegen. Haal je kont van het zadel wanneer je over obstakels zoals wortels en keien rijdt. Hoe technischer het terrein, hoe meer ruimte je fiets nodig heeft om te bewegen. Wanneer je naar beneden gaat, denk dan aan 'opdruk-armen' en 'cowboy-benen' – steek je ellebogen en knieën naar buiten, zodat je lichaam de fiets in zijn flow laat, in plaats van er tegen te vechten.
2. Momentum is je beste vriend
Het zal tegen je intuïtie ingaan, maar het vasthouden van je snelheid - of zelfs versnellen - maakt het makkelijker om moeilijke delen van het parcours te overwinnen, omdat je fiets dan heeft wat hij het meest nodig heeft om rechtdoor te blijven gaan: momentum. Momentum is de beste vriend die er is, probeer hem vast te houden wanneer je maar kunt.
3. Verplaats je gewicht
Je gaat extreme paden tegenkomen, inclusief steile beklimmingen en afdalingen. Wanneer je op een steile helling omhoog rijdt, verplaatst je gewicht dan naar voren en leun naar voren om je zwaartepunt boven het achterwiel te houden en zo grip te houden. Als het pad naar beneden gaat, doe dan het tegenovergestelde en verplaats je gewicht achter het zadel tot boven het achterwiel (een dropper zadelpen is een uitkomst) om te voorkomen dat je over je stuur heen gaat.
4. Rem rustig
Je zult op een gegeven moment in de verleiding komen om beide remmen te gebruiken en ze vol naar het stuur toe te trekken met alles wat je in je hebt. Weersta deze verleiding! Mountainbike-remmen zijn krachtig genoeg om slechts met één of hooguit twee vingers te bedienen en je snelheid te verminderen.
Pas je snelheid aan vóór lastige obstakels, zoals rotspartijen en bochten, en houd je snelheid dan vast als je erdoorheen rijdt. Als je merkt dat je toch te snel een bocht ingaat, blijf dan van de voorrem af. Als je je voorwiel blokkeert, zal je voorband gaan glijden, waardoor je waarschijnlijk op de grond terecht komt. Rem in plaats daarvan met de achterrem; je kan gaan slippen, maar je hebt dan wel meer kans om rechtop te blijven.
5. Gebruik alle tandwielen, en gebruik ze vaak.
Mountainbike-routes zijn gaan vaak op en af. Anticipeer op de variaties in het parcours door op tijd te schakelen. Dat zal je helpen je momentum te behouden. En dat is, zoals je weet, je beste vriend.
Lees ook: Hoe moet je schakelen op een racefiets of mountainbike?
6. Stel je vering af
De meeste mountainbikes hebben tegenwoordig in elk geval een verende voorvork en we zien ook steeds meer bikes met een achterdemper. Dat zijn magische uitvindingen die grote hobbels bijna laten verdwijnen als je eroverheen rijdt. Maar ze werken alleen als je ze hebt afgesteld op hun actieve posities.
Neem even de tijd om de fijnere nuances te leren van het instellen van de sag (hoeveel de vering inzakt als je gewoon op de fiets zit) en de rebound (hoe snel de vering terugveert). Maar neem ook even de tijd om te weten hoe je je voorvering vergrendelt en/of opent, zodat je niet per ongeluk met een volledig ongeveerde fiets op een technisch parcours uitkomt (het gebeurt!).
Lees ook: Hoe stel je de vering van je mountainbike in?
7. Kijk waar je heen wilt
Naar een rots staren die je niet wilt raken, zorgt er voor dat je er bijna altijd recht op af rijdt. Het wordt 'doelfixatie' genoemd; je fiets gaat naar de plek toe waar je ogen op gericht zijn. Kijk voorbij obstakels naar het punt waar je naartoe wilt. Houd je kin horizontaal, kijk naar voren en probeer zo ver mogelijk vooruit over de trail te kijken. Gebruik je perifere zicht (alles wat niet in je directe zicht ligt) om obstakels direct voor je te ontwijken.
8. Ken de basisreparaties
Vanwege het ruigere terrein, komen mechanische problemen vaker off road voor dan op de weg. De tubeless-bandtechnologie heeft - met de juiste bandenspanning - geholpen om het aantal lekke banden te minimaliseren, maar je kunt ze nog altijd niet uitsluiten. Haal dus wat basisgereedschap in huis om er zeker van te zijn dat je het bos uit kunt komen als er iets kapot gaat. Je zou op zijn minst moeten weten hoe je een lekke band moet repareren. Andere goede vaardigheden zijn onder meer het repareren van een kapotte ketting en het vervangen van een gebogen of gebroken derailleurpad. Je lokale fietswinkel (of een goede vriend) kan je laten zien hoe het moet.
Lees ook: Bereken de juiste bandenspanning voor je mountainbike
9. Neem meer dan een bankpas mee
Er zijn niet veel winkels in het bos of in de bergen. Mountainbikeritten zullen - vooral in het buitenland - vaak aanzienlijk langer duren dan je verwacht, omdat je vaak op ruig terrein terecht komt, een technisch probleem hebt of gewoon verdwaald raakt. Neem altijd meer voeding en water mee dan je nodig denkt te hebben. En denk ook om je vignet die op sommige parcoursen verplicht is.
Neem altijd het volgende gereedschap mee: een reservebandje (of twee), pomp en multi-tool. Je zult meer kunnen ontspannen en meer plezier hebben, wetende dat je alles bij je hebt wat je nodig hebt. Niet om je bang te maken: maar een identiteitsbewijs is ook geen overbodige luxe. Voor het geval een andere biker je vindt, terwijl je om een boom gevouwen de spaken uit je scheenbeen probeert te peuteren.
Lees ook: Onze top 10 van lange fietsbroeken met zeem voor heren in de winter
