Als je wakker wordt kijk je verwachtingsvol uit het raam. Regent het? Wat is het nog donker. Vanuit welke richting komt die wind? Welk rondje zal ik doen? De lange of de korte? Korte broek of beenstukken? Handschoenen misschien?

Bel ik nog gauw iemand uit z’n bed of ga ik alleen tegen de wind in? Je hebt een snotneus. En een lichte hoest. Een warm voorhoofd en pijnlijke gewrichten. Maar gelukkig geen koorts en de wetenschap dat de groep altijd rijdt maakt dat je jezelf toch in je pak hijst en de deur uit gaat. Je haalt je ‘wapen’ uit de schuur of van de muur en trapt de wijde wereld in. De rond malende pedalen, het buiten zijn, de vrijheid en de inspanning, met koffie achteraf als vorstelijke beloning.

Sommigen rijden nog steeds op hun eerste fiets. Altijd zorgvuldig onderhouden en op tijd vervangen wat versleten was. Zware stalen gelaste frames in ouderwetse kleuren met smalle handgespaakte wielen. En tubes. Heerlijk rijdende banden maar een pokkenklus om te plakken. Met volgens ouderwets recept gemaakte pasta’s van schellak en schildersterpentijn. Niet lekrijden. Schakelen met buiscommandeurs. De nog werkende grote handpomp onder de zadelbuis. Als de grote liefde eenmaal gevonden is, is dat voor altijd en eeuwig. De gedachte aan een ‘ander’ voelt vies en doet pijn. Is ondenkbaar. Deze fiets heeft dan ook stiekem een naam en wordt onder zoete liefkozende woorden schoongeboend. Om daarna drooggewreven naar haar ‘slaapplaats’ gebracht te worden.

Voor anderen is het een voortdurende zoektocht. Want het kan altijd beter. Hydraulisch remmen. Elektrisch schakelen. Draadloos zelfs. Met meters voor alles wat je lichaam en fiets samen op de weg brengen. Van hartslagen naar cadansen en vermogens. Uitgerust voor progressie en prestatie. Op een setje buizen van plastic dat ‘carbon’ heet. Met een frame zo ontzettend licht dat een volle boodschappentas zwaarder weegt dan deze hele op snelheid geperste unit bij elkaar. Twee totaal verschillende werelden die elkaar nooit helemaal zullen begrijpen. Die ook niet echt van elkaar houden. Behalve als ze samen op die nog donkere ochtend een dikke windkracht 4 trotseren met hun snotneus, pijnlijke gewrichten en lichte hoest. Voor een lang of kort rondje liefde voor de fiets…en samen fietsen.

Deze column verscheen eerder in Bicycling. Wil je deze niet meer missen? Sluit dan hier je abonnement af.

Tekst: Eric Corton