Sinds de eerste keer dat een vrouw haar been over de stang van een racefiets zwaaide en wegfietste, hebben veel mensen er hun zegje over gedaan.
Sommige meningen, zoals het idee dat fietsen bijgedragen zou hebben aan de emancipatie van vrouwen, bleken correct te zijn. Anderen, zoals de misvatting dat rijwind die de mond van een vrouw instroomt de aantasting van tanden en tandvlees veroorzaakt, bleken gewoonweg onzin.
Tegenwoordig weten we dat dit verhaal over tanden inderdaad onzin is. Maar andere mythes blijven hangen. We vroegen artsen, profrensters en wielerinsiders naar de mythen die ze het meest haten, en hebben vervolgens de feiten opgespoord om ze te ontmaskeren. De volgende keer dat iemand een vorm van anti-vrouwenwielrennen-onzin uitkraamt, gebruik dan de onderstaande informatie om diegene zijn plek te wijzen.
1. Vrouwen zijn niet zo sterk als mannen en raken snel geïntimideerd
Deze veronderstelling is voor Olympisch deelneemster Lea Davison om gek van te worden. Ze heeft zelfs ooit een fietsenfabrikant horen zeggen dat 'als we opvallende foto's van jou of andere profrensters maken tijdens een wedstrijd of zware training, dit vrouwen zal wegjagen van de sport.'
Eh, wat? Vrouwen worden vrij goed geïnformeerd over de verschrikkingen van een bevalling en toch kiezen heel veel vrouwen er vrijwillig voor om die te ondergaan. Dus de overtuiging dat een foto van een profrenster ons afschrikt om te gaan wielrennen, is ronduit beledigend.
Bovendien zijn de meeste vrouwen slim genoeg om te weten dat een foto van een vrouw die een racefiets in een wedstrijd gebruikt, niet betekent dat de fiets daarom alleen maar kan worden gebruikt voor extreme inspanningen. Het is hetzelfde als het kopen van een zak meel met een afbeelding van koekjes erop: je kan meel uiteraard gebruiken om koekjes van te bakken, maar je kunt het ook gebruiken voor brood, pizza of het verdikken van saus. Dat snappen we allemaal, toch?
Bovendien zijn vrouwen wél sterk. Wil je bewijs? Volgens het US Census Bureau is Minneapolis één van de steden met het hoogste aantal vrouwelijke fietsforenzen, terwijl het winterweer daar het best omschreven kan worden als 'Siberisch koud.' En vrouwen finishen relatief dichter bij mannen in lange-afstandwedstrijden, zoals de Race Across America, waar je mentale weerbaarheid uiteindelijk allesbepalend is. Oh ja, en dan zijn er nog de verhalen van mensen zoals ultra-fietster Lael Wilcox, die tijdens de meer dan 4.000 kilometer lange Tour Divide, zo zwaar te kampen had met een vervelende luchtweginfectie dat ze het parcours afreed naar de Eerste Hulp, medische hulp kreeg en vervolgens doorfietste en de wedstrijd won. Dat is toch briljant!?
2. Vrouwen hebben speciale damesfietsen en -kleding nodig
Voor de meeste vrouwen geldt dat een specifiek dameszadel de sleutel tot een hele dag fietscomfort is. Maar 'de meeste' betekent tegelijkertijd dat er ook nog een groep is die daar niet onder valt. 'Ongeveer 10 procent van de vrouwen heeft een bekken met de vorm van een mannelijk bekken, en omgekeerd', zegt Jenn Campbell, die ook bij Trek werkt.
3. Je bent langzamer als je ongesteld bent
Hormoonschommelingen tijdens je maandelijkse cyclus kunnen van invloed zijn op je prestaties, maar het is niet altijd zoals je zou denken. In haar boek 'Roar' beweert dokter Stacy Sims dat de dagen vlak voor je menstruatie, wanneer de progesteron- en oestrogeenspiegels de hoogste piek van de maand hebben, de moeilijkste dagen zijn voor een training of wedstrijd. 'Hoe ironisch het ook mag klinken: tijdens je menstruatie en de dagen daarna lijkt je inspanningsfysiologie het meest op die van een man, schrijft ze. 'En weet je wat? Je bent ook echt sterker.'
Tekst: AC Shilton
Vertaling: Sander Jansen
Foto: Getty
