11 Toertochten voor op je bucketlist

Logisch dat ook Jan Janssen zijn eigen Classic kreeg, Nederland kent immers maar twee winnaars van de Tour de France. Met start en finish in Wageningen hebben de deelnemers voldoende mogelijkheden. Er zijn drie lussen. De groene voert via Rhenen naar Amerongen, over de Utrechtse Heuvelrug, de blauwe voert oostelijk langs de Rijn en over de stuwwal naar Arnhem. De rode lus doet de Veluwezoom en de Posbank aan. Combinaties van de lussen is mogelijk, waardoor een groot aantal opties voorhanden is.

Gerrie Knetemann, opgeleid als stratenmaker maar nog veel beter in fietsen, maakte wielrennen nog populairder bij de gewone man. Als Amsterdammer had hij het hart op de tong. Die vrolijkheid is nu ook te proeven in de Gerrie Knetemann Classic. De route voert langs de mooiste plekjes van het Groene Hart, het Gooi en langs unieke natuurgebieden als de Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen. Voor wie wil is er na afloop van de tocht de mogelijkheid nog een individuele tijdrit van 2 kilometer af te werken op het wielercircuit van Sloten.

Vooral het hardloopevenement ligt bij iedereen op de lippen, maar er is ook een fietsvariant van Dam tot Dam. Met in dit geval ook écht start én finish op de Dam in Amsterdam. Het is voor een ieder een unieke kans om, na een korte toer door de hoofdstad, door de IJtunnel te fietsen. Vervolgens krijg je Noord-Holland op zijn mooist te zien, met Waterland, het Twiske en plaatsjes als Monnickendam, Edam, Volendam en natuurlijk ook Durgerdam. Grappig genoeg zie je zo nu en dan de lopers van de Dam tot Damloop in de verte.

Swift, de vereniging waar Joop Zoetemelk groot werd, organiseert al jaren een tocht die de naam van haar meest prominente lid draagt. Dit is letterlijk een voorjaarsklassieker, al vroeg in het seizoen. Hier, in Zuid-Holland, is ons land op zijn mooist. Molens, schattige dorpjes, je krijgt het allemaal te zien. Door het Groene Hart, langs rivieren, sloten, vaarten en kanalen. Joop Zoetemelk laat overigens geen kans voorbij gaan om zelf mee te rijden.

De toerversie van Nederlands enige echte wielerklassieker. Die, net als bij de profs, over onder meer de Keutenberg, Camerig en de Cauberg voert. Daar wil iedereen bij zijn. Dat is dan ook het geval. De AGR is dan ook één van de drukste toertochten. Ieder jaar uitverkocht. Inschrijving is traditiegetrouw in oktober, daarna vindt de loting plaats en heb je voldoende tijd om te trainen voor de editie van het volgende jaar. Al met al is het soms wel wat te druk op de klimmetjes. Mag toch niet ontbreken in ons lijstje.

In Groningen klinkt het startschot. Daarna zoekt de Bauke Mollema Tocht al snel de stille Groningse natuur op. Ook Friesland wordt aangedaan. Mollema zette de tocht uit en rijdt ook zelf mee. De langste route voert onder meer langs Nationaal Park Lauwersmeer. Bij Zuidwolde gaat het hele peloton over een pittige kasseienstrook. Wie zich met anderen wil meten, heeft hier zijn/haar kans. Er is een tijdmeting, net als bij de brug over het Aduarderdiep overigens. Hier werd Bauke ooit ontdekt, hij reed er op weg naar school zo hard mogelijk omhoog.

De Utrechtse Heuvelrug, een stuwwal die is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd (Saalien, van 238.000 tot 126.000 jaar geleden), is de hoofdrolspeler in deze tocht. De Grebbeberg, Amerongse berg en de Posbank zijn in het traject opgenomen. Maar ook de Italiaanse weg, minder bekend maar ongenadig steil, zit in deze tocht die menig groen-wit-rood-wit tintje heeft. Al is het maar vanwege de pasta party achteraf.

Ooit een verrassende, maar inmiddels door velen onderkend als uitstekende keuze. Na de start in Maastricht voert de KlimClassic de deelnemers namelijk al snel de grens over, naar de Belgische Voerstreek en de Ardennen. Hier liggen vele, vaak onbekende, maar zeer uitdagende beklimmingen. Op de route liggen onder meer de uit Luik-Bastenaken-Luik bekende Cote de la Redoute (maximaal 20 procent), Cote Hallembaye en Voie de Chars (19 procent). Voor de fietser die geen genoeg van klimmen kan krijgen, en die in voorbereiding is op fietsvakanties naar de Alpen en Pyreneeën. Op een aantal klimmen worden de tijden opgemeten.

Een van de oudste toertochten van Nederland, een ware klassieker. De tocht voert langs Noord-Hollands meest karakteristieke plekken: kleurige tulpenvelden, groene polders, historische stolpboerderijen en typisch Noord-Hollandse dorpjes. Al sinds 1971 op de kalender. Toen trok de rit 120 toerrijders, inmiddels zijn dat er ruim 7.000. De start in Hoorn is op het beton van de ijsbaan, een aparte gewaarwording. In Alkmaar wordt gestart bij de wielerbaan, daar waar menig Noord-Hollands talentje de weg richting internationale top vond.

Een van de langste, maar ook één van de meest populaire tochten. Ieder jaar zijn er op Pinkstermaandag 15.000 deelnemers. Er moet al jaren worden geloot, zoveel interesse bestaat er voor de fietsvariant van deze schaatsklassieker, die ook stempelposten kent. Overigens staan niet alleen toerfietsers, maar ook gewone fietsen, ligfietsers en tandems aan de start. Er wordt gestart in 23 groepen, tussen 05.00 en 08.00 uur. De tocht bestaat al meer dan 100 jaar. Sinds 1965 (300 deelnemers) zit de groei er flink in, sinds 1987 geldt er een maximum van 15.000 deelnemers.

Denk nu niet dat de bekendste tochten ook per se de leukste zijn. Als eerbetoon aan al die tochten die in opmars zijn, kiezen we tot slot voor de Ronde van Nijmegen. Dit jaar bracht de organisatie een ode aan België met een Bourgondische route, een Classic route en een Pro Challenge Route, wat wordt het in 2018. Door de deelnemers wordt de Ronde van Nijmegen met hoge cijfers gewaardeerd. De ambitie is echter niet om - aldus de website - de grootste toertocht te worden, maar wel kwalitatief één van de beste. Dat streven juichen wij toe.

Tekst: Edward Swier