Strava Bianche: de Strade bij de profs was een waar bloedbad

Dat Tadej Pogacar de onverharde 'klassieker' Strade Bianche dit jaar weer zou winnen had iedere wielervolger zien aankomen. Dat hij er meer moeite voor moest doen dan vorig jaar - na zijn stevige valpartij - was misschien wel de grootste verrassing van dit weekend. Met bebloede ledematen kwam de Sloveen over de finish in Siena, hij had er duidelijk diep voor moeten gaan. De zege van Demi Vollering was eveneens geen verrassing, maar de tweestrijd met Anna van der Breggen zorgde voor misschien wel het mooiste duel op zaterdag. Na afloop doken we in de Strava-files van verschillende mannelijke en vrouwelijke deelnemers, om te duiden hoe zwaar deze koers voor iedereen was.

Het grootste bloedbad ooit

Dat Strade Bianche bij de mannen sinds vorig jaar langer (213 km) en zwaarder (3700 hoogtemeters) is geworden, heeft de koers een ander karakter gegeven. Voor veel renners is het een ware uitputtingsslag geworden, waarbij al vanaf de eerste kilometers hard gekoerst wordt. Toen de TV-uitzending zaterdag begon was er al een groot slagveld zichtbaar, met nog maar enkele tientallen renners die echt 'in koers' zaten.

Hoe zwaar die eerste uren koers zijn, blijkt wel uit de Strava-data van Pepijn Reinderink. De Nederlander van Soudal-Quickstep zat mee in de vroege vlucht en reed uiteindelijk ruim 120 kilometer voor het peloton uit. Zijn gemiddelde vermogen van 293 watt (bij een lichaamsgewicht van slechts 67 kg!) over ruim 5,5 uur koers spreekt boekdelen, resulterend in een energieverbruik van maar liefst 6.345 calorieën. Het commentaar van Toms Skujins - vorig jaar nog 2e en dit jaar als 12e in de einduitslag - zegt dan ook genoeg: 'I think this was the most carnage I've seen in Strade'. Zo'n groot bloedbad zag hij nooit eerder in Strade.

KOM-sprokkelen met Pogi

Voor winnaar Tadej Pogacar lijkt het allemaal een stuk makkelijker, maar met de valpartij op zo'n 50 kilometer voor de finish zal de Sloveen net zo goed flink pijn hebben geleden. Daar komt nog bij dat deze editie aan een recordsnelheid werd verreden: nooit eerder werd een gemiddelde snelheid van 40,7 km/uur behaald in de Italiaanse semi-klassieker.

Echt opvallende KOM-resultaten - zoals de aburde cijfers van Mathieu van der Poel in 2021 - ontbraken dit jaar, maar alsnog wist Pogi zaterdag zeven KOMmetjes te pakken. Meest opvallende KOM is daarbij het segment Strade Bianche: Fontebranda - San Caterina, wat de combinatie van aanloop en slotklim naar het Piazza del Campo in Siena omvat. Dat Pogacar daar nog niet helemaal gesloopt was, blijkt uit zijn gemiddelde snelheid van 28,6 km/uur over een klim van 1,2 kilometer lang aan 6,4% gemiddeld. Het is jammer dat hij zijn vermogensdata niet deelt, want die zullen ongetwijfeld indrukwekkend geweest zijn.

Dames zetten de toon

Voor de heren op bovengenoemd segment naar de finish reden, was het eerst de beurt aan de dames in de Strade Bianche Donne. Winnares Demi Vollering en runner-up Anna van der Breggen deelden helaas hun data niet op Strava, maar Juliette Labous, nummer vier in de daguitslag en ploeggenote van Vollering, deed dat wel. Haar prestatie op het genoemde segment was misschien wel de meest indrukwekkende: ze zette de 12e tijd van de dag neer en was daarmee sneller dan mannen als Michael Valgren, Lewis Askey en Lennert van Eetvelt. Ook was ze slechts twee seconden trager dan QOM-houdster Annemiek van Vleuten.

Duiken we tot slot nog even in de Strava-data van Puck Pieterse, dan zien we dat de Nederlandse diep heeft moeten gaan. Laat dit even op je inwerken: Pieterse reed de bijna 4-uur lange koers met een gemiddelde (!) hartslag van 169 bpm. Haar gemiddelde vermogen van 194 watt lijkt daarbij misschien niet zo hoog, maar haar Normalized Power van 235 watt laat zien dat de intensiteit van deze koers ontzettend hoog is.

Nu is het uitkijken naar de rest van het voorjaar, te beginnen met Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico bij de mannen en Trofeo-Binda bij de vrouwen. Wil je weten hoe de klassieker-kalender er verder nog uitziet? Check dan alle Voorjaarsklassiekers van 2025.