Eindeloos gravelen in Dalsland (Zweden)

In slechts 1,5 uur vlieg je van Amsterdam naar Gotenburg, na Stockholm de tweede grootste stad in Zweden met ruim 500.000 inwoners. Om deze gezellige Zweedse stad is het de komende dagen niet te doen. Geen citytrip naar Zweden, maar een graveltrip naar Dalsland in West-Zweden. Na een korte vlucht een compleet andere wereld.

Erik van Dalsland Gravel is onze gids zijn tijdens de ritten. Erik weet niet alleen veel over fietsen, hij weet ook veel over de regio. Bijvoorbeeld waarom er in Zweden zoveel huizen rood geschilderd zijn. Voor de productie van de verf gebruikte men vroeger afval, rödmull (rode aarde) genoemd, uit de kopermijn bij Falun. Het was een goedkoop materiaal om het nu beroemde Faluröde verf van te maken. Omdat iedereen zich deze verf kon veroorloven, gingen veel Zweden hun huis rood verfen. Daarnaast bleek het rödmull het hout zeer goed te beschermen.

Eindeloos gravelen

Maar goed, we zijn hier niet voor de cultuur, we zijn in Zweden om te gravelen. Na één dag op de fiets kunnen we al concluderen dat gravel in Dalsland magisch is. We genieten van eindeloos gravel en het is ongelofelijk rustig op de wegen. De route van 62 km met ruim 900 hoogtemeters gaat constant op en af. Vaak glooiend en lief voor de benen en soms uitdagend met een korte steile helling. Een landschap, ontstaan in de ijstijd toen de ijsmassa zacht materiaal voor zich uitduwde en alleen het harde gesteente overbleef.

Ik vraag Steve of alle onverharde paden in Zweden toegankelijk zijn voor fietsers. Waarom zoude de gravelwegen niet toegankelijk zijn, is zijn antwoord. Halverwege onze rit stoppen we bij een oude papierfabriek. In de jaren 60 in verval geraakt, nu creatieve hotspot. Not Quite (zoals het nu heet) is inmiddels één van de meest bezochte plekken van Dalsland. Stop onderweg voor een heerlijke picknick bij één van de talloze prachtige meren. De racers onder de gravelaars zullen deze route echter ook kunnen bekoren. De gravelwegen zijn hier hard en breed en nodigen je uit om vol gas op de pedalen te stampen.

Begin juni ideale periode

Met 18-20 graden is het begin juni ideaal om in Zweden te gaan fietsen. De dagen zijn lang, omdat de zon maar kort echt onder gaat. Ongelofelijk hoe stil en rustig het ook op dag twee is. En wederom een route met eindeloos gravel! Onderweg passeren we talloze prachtige meren en net zoveel mooie vergezichten. De route is totaal anders dan een dag eerder. We fietsen langs ruige rotsformaties op weg naar highlight van de dag het, Dalslandkanaal in Haverud. Af en toe moet je de weg oversteken, maar dat is het enige asfalt wat we tegenkomen.

Na dagenlang eindeloos over gravel gereden te hebben, krijgen we op dag drie een mix tussen asfalt en gravel voorgeschoteld. Ondanks de regen genieten we wederom van het lief glooiende Zweedse landschap. Zo nu en dan passeren we één van de talloze meren en dan weer krijgen, we na een korte steile klim van een paar honderd meter, een geweldig uitzicht voorgeschoteld. Glooiende heuvels met agrarische bestemming, grenzend aan een bos vol naaldbomen en hier en daar een typisch Zweeds rood huis.

Met kletsnatte voeten verlangen we ernaar om aan te komen op de lunchplek bij Brukskallan Brewery. Een lokale brouwerij en waar 23.000 liter bier op jaarbasis wordt geproduceerd. Uiteraard krijgen we een proeverij voorgeschoteld. Verstandig tijdens het fietsen? Het zijn kleine glaasjes en voor speciaal bier zijn wij altijd wel te porren.

Campingrestaurant Ragnerud sterwaardig

De wind zorgt ervoor dat we na de lunch traag vooruitgaan. Na een slordige 60 km arriveren we bij de camping. Daar worden we getrakteerd op lekker lokale hapjes. Tenminste als je van vlees houdt. Onder andere Bever en Eland blijken heerlijke snacks te zijn! Ragnerud is een vier sterren camping gelegen aan het Kroppefjäl plateau aan het Ragnerudmeer. Ook het diner is werkelijk fantastisch!

Lees het complete reisverslag van onze trip naar West-Zweden in onze gravelspecial.