De fijne kneepjes van het veldrijden met Richard Groenendaal

Met de tips van Richard Groenendaal kan iedereen leren veldrijden.

© Joris Knapen

20231115-1141-Specialized Crux t Zand Alphen_02257.jpg

Veldrijden, het ziet er op TV altijd uit alsof dat hartstikke leuk is om te doen. Lekker een uurtje spelen in het bos of veld, hoe zwaar kan dat nou zijn? Ik heb al genoeg intensieve ritten op de racefiets, gravel- en mountainbike gemaakt dit jaar, dus zonder veel zorgen zak ik af naar het Brabantse Alphen voor een veldrij-clinic onder leiding van niemand minder dan Richard Groenendaal. Eens kijken wat dat veldrijden nou helemaal voorstelt.

Gravelen of veldrijden met de Specialized Crux

Aanleiding voor de clinic is de introductie van de 2024-lijn van de Specialized Crux, één van de weinig echte cyclocrossers die nog op de markt is. Twee jaar geleden was ik bij de meest recente update van de nieuwe Crux, in het Belgische Leuven, en werd bij de fiets vooral benadrukt dat hij ook heel geschikt is als snelle gravelbike. Dat bleek, want de fiets is heerlijk om keihard mee over de gravelpaden te knallen en leverde hem een plekje op in ons lijstje met de beste gravelbikes van dit moment. Het is daarom niet gek dat Specialized de Crux standaard verkoopt met 38 mm brede Pathfinder gravelbanden.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Toch is de Crux in eerste instantie ontworpen als cyclocrosser, waar je maar 33 mm breed in mag steken tijdens officiële UCI-wedstrijden. Dat zie je ook terug in de geometrie, want vergeleken met de echte gravelbike van Specialized, de Diverge, is de Crux een stuk directer en wendbaarder. De stack is fors lager, waardoor je al meer in actieve houding wordt gedrukt en met name het bottom bracket wat aanzienlijk hoger ligt, maakt dat je met deze fiets makkelijker korte bochtjes kunt draaien zonder met je pedaal de grond te raken. Het is de reden waarom bijvoorbeeld de Hongaarse Blanka Vas, van team SDWorx, haar crossen op de Crux rijdt.

Het is pas veldrijden, als je gaat 'schouderen'

Vanuit Alphen fietsen we in een paar kilometer naar hét epicentrum van de Nederlandse cyclocross: recreatiepark 't Zand. Iedere woensdag is dit terrein het domein van de nationale veldrijders, waar ze gezamenlijk trainen en schaven aan hun techniek. Het terrein is vooral geschikt door de afwisseling van kleine bospaadjes, grasvelden en stukken zandstrand, want Groenendaal geeft aan dat het niet makkelijk is om echt goede veldrit-trainingen te doen in een gewoon bos. Het simuleren van wedstrijd-situaties is dan te lastig, maar kan op dit terrein een stuk makkelijker.

Dat blijkt, want als we een rondje hebben warm gereden over mooie paadjes door het bos, mogen we gelijk aan de bak met 'schouderen'. Met een gangetje komen we aanrijden op het zandstrand, maar na een paar trappen is de snelheid er volledig uit en moet de fiets onherroepelijk op de schouder worden genomen. Maar goed dat hij lekker licht is. Dat is gelijk nóg een verschil met een gravelbike, die vaak aanzienlijk zwaarder is door verstevigde carbonconstructies, zodat je er zware tassen aan kunt hangen. De weinige kilo's van de Crux Expert zijn goed te tillen, maar de opstaptechniek is nog wel een dingetje. Groenendaal doet het voor alsof het een eitje is, maar eenmaal in de praktijk is met snelheid opstappen zonder tussenhupje en direct inklikken in je pedalen echt lastig, zéker met hartslag 180 in je keel.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Trappen en remmen tegelijk

In een volgende oefening volgen we Groenendaal tussen een paar afgezette paaltjes met haakse 180-graden bochten. De truc bij zulke krappe bochtjes is remmen met je achterrem en trappen tegelijk, zodat je druk en controle houdt over je fiets. Het werkt goed, maar als we dezelfde techniek proberen toe te passen in een haakse bocht op het zandstrand, waarna we ook nog licht omhoog moeten vanuit bijna stilstand, blijkt hoe ontzettend lastig de techniek is op lastige ondergrond. De smalle banden maken het extra lastig, al is de grip van de Terra voorband echt uitstekend.

Vervolgens wagen we ons aan de startprocedure. In UCI-wedstrijden kan het startschot ieder moment gaan gedurende 30 seconden, de reden waarom iemand als Lars van der Haar altijd zo geconcentreerd aan de start staat. Belangrijkste tip van Groenendaal: bij het startschot eerst met je losse schoen inklikken voordat je gaat trappen. Dat vergt de nodige oefening, want als iedereen wegknalt, ben je toch echt geneigd eerst te gaan trappen, maar bij de laatste poging gaat het een stuk soepeler.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Koersen tegen de wereldkampioen

We sluiten af met een wedstrijdje koppelkoers over een kort rondje door het bos. Groenendaal baalt, want we zijn met 7 man en dat betekent dat hij mee moet doen om tot een even aantal te komen, maar als we eenmaal in koers zijn komt de mentaliteit van de voormalig wereldkampioen bovendrijven. Natúúrlijk wint hij, ons achterlatend met brandende longen en schreeuwende bovenbenen.

Na anderhalf uur fietsen we terug naar Alphen. Dat lijkt een kort ritje, maar is echt lang genoeg voor zo'n intensieve training. Het zet die 'korte' cyclocross-wedstrijden die ik komend weekend liggend op de bank weer bekijk in een heel ander perspectief, want het is duidelijk dat het echt een uur lang volle bak intervallen is. Respect voor iedereen die zich eraan durft te wagen!

Meer info over de Specialized Crux cyclocrosser / snelle gravelbike, vind je op de website van Specialized.