De tijdslimiet in de Tour de France, zo werkt het
Alle etappes in de Tour de France hebben een tijdslimiet. Maar hoe werkt dat nu precies? Wij leggen het uit.
© Getty Images - Michael Steele
Mogen renners net zo lang over een touretappe doen als ze zelf willen? Hé, hallo het is geen toertocht! Ook de laatste renner in koers moet serieus doortrappen om op tijd over de finish te rollen want bijna altijd is de tijdlimiet in de Tour de France onverbiddelijk. Te laat = naar huis...
Wat is de tijdslimiet in de Tour de France?
De organisatie van de Tour de France heeft alle etappes ingedeeld in 6 categorieën. Per categorie wordt in een tabel aangegeven hoeveel de tijdslimiet is. Hoe sneller er gereden wordt, des te ruimer de tijdslimiet is, tot een maximum van 25%.
Lees ook: Puntentelling in de Tour de France, zo werkt dat
In categorie 1 (C1) zijn alle etappes ingedeeld waar de organisatie geen moeilijkheden verwacht. Dit zijn met name vlakke etappes waarvan we mogen aannemen dat de doorgewinterde profs zonder problemen de tijdslimiet zullen halen. Etappes in categorie 3 zijn de zware bergetappes. Met name de sprinters vrezen met grote vrezen de etappes uit categorie 3. Het is voor hen een uitdaging om hun relatief zware lichamen over één of meerder cols te slepen. De korte etappes vinden we in categorie 4. Voor de tijdritten zijn er twee aparte categorieën bedacht. IT en PT, voor de tijdritten geen ingewikkeld schema met gemiddelde snelheden. De tijdslimiet is 25% punt. Nou ja, niet helemaal. Bij de proloog geldt geen tijdslimiet.
Lees ook: Alles over de Tour de France 2023
De lengte van een etappe in de Tour de France is gemiddeld 170 km. De renners die deelnemen aan de grootste wielerronde van de wereld raffelen deze afstand af in ongeveer vier uur. In een vlakke etappe (categorie C1) ligt de gemiddelde snelheid in de Tour de France dik boven de 40 km/u. Dat zou betekenen dat de langzaamste renner binnen 17 minuten (7%) na de winnaar de finish moet passeren. In onderstaand schema kun je eenvoudig aflezen wat de tijdslimiet is.
Een overzicht van de tijdlimieten in de Tour de France in een tabel vind je helemaal onderaan dit artikel.
Hoeveel renners mogen de tijdslimiet overschrijden?
Er is geen absoluut aantal te noemen. In principe mogen renners die de tijdslimiet niet halen, de volgende dag niet meer starten. Er zijn echter uitzonderingen. Arriveert meer dan 20% van de renners buiten tijd aan de finish, dan kan de organisatie beslissen om die renners toch de volgende dag te laten starten. In de 8ste etappe van 2001 bijvoorbeeld. Het peloton kwam 35 minuten na de kopgroep aan in Pontarlier. De etappe werd gewonnen door Erik Dekker en slechts 14 renners kwamen binnen de tijdslimiet over de streep. De Tour de France volbrengen met nog slechts 14 renners ging de organisatie iets te ver.
Lees ook: Netflix documentaire over Tour de France
Bekende strijders tegen de tijdslimiet
Er schiet ons direct een naam te binnen: Kenny van Hummel. In de Tour de France van 2009 was Kenny van Hummel de Nederlandse hoop in bange (sprint)dagen. Aan sprinten kwam Kenny maar weinig toe. Toch werd hij een wereldberoemde renner. In alle bergetappes zwoegde hij eenzaam vlak voor de bezemwagen, vechtend tegen de tijdslimiet. In de 17e etappe eindigde zijn lijdensweg. Niet door buiten tijd binnen te komen, maar door een zware valpartij.
Fabio Jakobsen (weer een sprinter) vocht misschien wel de mooiste strijd tegen de tijdslimiet. Ook hij reed eenzaam vlak voor de bezemwagen in de 17e etappe van de Tour de France 2022. Weer helemaal terug na zijn horrorcrash in de Ronde van Polen was Fabio weer waar hij wilde zijn. Strijdend met de beste renners, maar dus ook tegen de tijdslimiet. Zijn had zijn teamgenoten laten gaan. Die zaten echter niet bij te komen in de teambaas. Terwijl Fabio meter voor meter de finish naderde, stonden Senechal en Lampart op de streep te wachten. Ze schreeuwden hun longen uit hun lijf om hun teammaat op tijd binnen te loodsen. Het werkte, Jakobsen had nog 15 seconden over!
Tijdslimiet in de Tour de France
| tijdslimiet | c1 | c2 | c3 | c4 | IT | PT |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 4% | ≤36 | - | - | - | - | - |
| 5% | >36-38 | - | - | - | - | - |
| 6% | >38-40 | ≤35 | - | - | - | - |
| 7% | >40-42 | >35-36 | ≤30 | - | - | - |
| 8% | >42-44 | >36-37 | >30-31 | - | - | - |
| 9% | >44-46 | >37-38 | >31-32 | ≤30 | - | - |
| 10% | >46-48 | >38-39 | >32-33 | >30-31 | - | - |
| 11% | >48-50 | >39-40 | >33-34 | >31-32 | - | - |
| 12% | >50 | >40-41 | >34-35 | >32-33 | - | - |
| 13% | - | >41-42 | >35-36 | >33-34 | - | - |
| 14% | - | >42-43 | >36-37 | >34-35 | - | - |
| 15% | - | >43-44 | >37-38 | >35-36 | - | - |
| 16% | - | >44-45 | >38-39 | >36-37 | - | - |
| 17% | - | >45-46 | >39-40 | >37-38 | - | - |
| 18% | - | >46 | >40 | >38-39 | - | - |
| 19% | - | - | - | >39-40 | - | - |
| 20% | - | - | - | >40 | - | - |
| 25% | - | - | - | - | snelheidonafhankelijk | |
c = categorie, IT = Individuele tijdrit en PT = ploegentijdrit