Dit zijn de vijf zwaarste beklimmingen van de Giro 2021
Aanstaande zaterdag start de eerste grote ronde van 2021, de Giro d'Italia! Welke cols moeten de renners dit jaar zien te bedwingen? Wij zochten het voor je uit.
© Getty Images - Frank Bienewald

De Giro d'Italia wordt door velen geduid als de zwaarste van de drie grote rondes. Wat in de Giro een derde categorie beklimming is, is in de Tour de France meestal buitencategorie. Dat zegt dus wel genoeg over de zwaarte van het Giro parcours. Ook heeft de organisatie van de Giro al vaker geëxperimenteerd met aantrekkelijke aankomsten en klassementen. Zo was er al eens een klassement voor de snelste daler, maar deze werd al snel afgeschaft vanwege (terechte) kritiek omtrent de veiligheid van de renners. Dit jaar is alles weer zoals het hoort; het is mei en dat betekent het begin van de Giro d'Italia!
Om goed voorbereid te zijn zochten wij de vijf zwaarste beklimmingen uit de editie van dit jaar voor je op. Dit zijn ze, in volgorde van opkomst.
Monte Zoncolan - 1730m
Etappe 14 - Zaterdag 22 mei - Weet je nog, die etappe in de Giro van 2018, waar Chris Froome vanuit een verloren positie toch nog de Giro naar zijn hand wist te zetten? Of in 2014, waar de tijdrijder Michael Rogers won van een Italiaanse springveer genaamd Francesco Bongiorno. De laatstgenoemde werd van zijn fiets geduwd door een fan die hem wilde helpen en Wout Poels trok in de achterhoede de zonnebril van een té aanwezige toeschouwer van het gezicht en gooide deze in het ravijn. Al met al een beklimming waar van alles kan gebeuren! Zo ook op 22 mei aanstaande. De renners finishen dit jaar weer op deze legendarische klim. Pas na 181 kilometer en twee gecategoriseerde beklimmingen is het tijd voor de slotklim. De Monte Zoncolan is beklimming waar de sprinters slecht van slapen, niet alleen de sprinters, maar het hele peloton zal zenuwachtig zijn voor deze etappe. Met 14.1 kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 8,5% is dit wel te begrijpen. Al bewaart de Giro het leukste voor het laatst; in de finale mogen de renners 3 kilometer à 13,5% omhoog rijden. De steilste stukken lopen met 27% omhoog...
Passo Fedaia - 2057m
Etappe 16 - Maandag 24 mei - De Passo Fedaia is een klim met een pittige tweede helft. Na een vals platte aanloop rijden de renners vervolgens 14 kilometer à 7,6% gemiddeld omhoog. De eerste 8.6 kilometer van de klim loopt lekker, met percentages die niet boven de 7% uitkomen. Daarna begint het feest, de laatste 5.5 kilometer is een stuk steiler met 11% gemiddeld. De steile hellingshoek houdt aan tot de top met halverwege een piek van 18% (!). In een etappe van 212 kilometer, met 3 zware beklimmingen, is deze Passo een mooie inleiding voor wat komen gaat...
Passo Giau - 2233m
Etappe 16 - Maandag 24 mei - De Giau is een bekende klim uit de Maratona d'les Dolomiti Gran Fondo. Wie deze cyclo al eens heeft gereden weet hoe zwaar de Giau kan zijn aan het einde van een zware bergetappe. De renners hebben dan al drie beklimmingen van de eerste categorie erop zitten en krijgen vervolgens 9.9 kilometer à 9,3% voorgeschoteld. De klim lijkt gestaag omhoog te lopen, maar de ervaring leert dat de percentages nogal op en neer gaan. Dat maakt het een lastige klim waarbij je moeilijk in je ritme kan komen. Deze koninginnenetappe zal spektakel worden met de Giau als laatste beklimming.
Sega Di Ala
Etappe 17 - Woensdag 26 mei - Sega Di Ala is een bergpas op de grens van het gewest Trentino en Veneto. Deze passo is pas één keer eerder beklommen, Vicenzo Nibali kwam in 2013 als eerste over de meet tijdens de Giro del Trentino. De Sega Di Ala is, net als in 2013, dit jaar ook de aankomstplaats. Voordat de koploper met de handjes in de lucht kan, moet hij eerst 11.2 kilometer à 9,8% zien te overleven. Een serieuze scherprechter dus. Al met al een mooi debuut in een grote ronde voor de Sega Di Ala.
Passo San Bernardino - 2065m
Etappe 20 - Zaterdag 29 mei - De Passo San Bernardino is de twee-na-laatste beklimming van de Giro d'Italia van dit jaar. In de laatste drie dagen hebben de renners nog twee zware bergetappes te gaan en wordt er gefinisht met een individuele tijdrit in Milaan. Deze bergpas gelegen in Zwitserland is de inleiding van het laatste klimgeweld van deze Giro. Hier zullen de klassementsmannen tijd proberen goed te maken op hun rivalen of juist tijd te pakken voor de afsluitende tijdrit de volgende dag. De beklimming is officieel 23km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,2%. Op papier een redelijk eenvoudige klim, maar de eerste 7 kilometer rijden de renners tegen een hellingspercentage van gemiddeld 8% aan, met maximale percentages van 12%. Over de lengte van de beklimming valt nog te twisten, volgens het routeboek is deze 23 kilometer lang, maar in feite begint het klimmen al op 31 kilometer voor de top. In totaal rijden de renners 1642 verticale meters omhoog. In week drie van een grote ronde is deze bergpas een flinke opgave. De Bernardino pas ligt op 2065 meter in het ruige alpenlandschap en zal garant staan voor mooie beelden.
Bonus beklimming: Campo Felice - 1655
Zondag 16 mei - In de negende etappe rijdt het peloton door de Appenijnen. Het is een bergetappe waar de organisatie 4 sterren aan heeft gehangen. Tijdens de slotklim wordt er geklommen naar het stadje Rocca Di Cambio. Na 4.4 kilometer à 6% gemiddeld, stuitten de renners op 1600 meter onverhard à 8,2%. Ook de finishstraat is niet geasfalteerd. Het is een klim van de eerste categorie en de vierde gecategoriseerde beklimming van de dag. In een etappe van 158 kilometer zal dit voor veel spektakel zorgen. Thuisblijven dus!