Wat bepaalt hoeveel je zweet?

Sommige mensen zweten meer dan anderen. Ga op een warme dag met een groep fietsen en het verschil wordt duidelijk. Maar wat veroorzaakt deze verschillen? In het verleden werd het antwoord gezocht in zaken als percentage lichaamsvet (meer vet isoleert en zorgt dat je sneller oververhit raakt) en je basisconditie (hoe fitter je bent, hoe minder je zweet).

© Getty Images - Doug Pensinger

gettyimages-168631281

Zweten en lichaamsgewicht hangen wellicht niet samen

Toch ligt dit volgers onderzoekers iets anders. Een studie die eind 2015 werd gepubliceerd in het Journal of Applied Physiology bevat een paar verrassende uitkomsten.

Het probleem volgens hen is dat lichaamsvet en conditie (VO2-max) samengaan met andere factoren. Mensen met veel lichaamsvet wegen meestal meer. Zweet je dan omdat vet isolerend werkt of omdat je zwaarder bent en meer gewicht moet meezeulen? Hetzelfde geldt voor mensen met een hoge VO2-max. Zij zijn vaak kleiner van omvang, dus misschien is het de lichaamsgrootte die het verschil in zweten maakt, niet de conditie.

Onderzoek naar veranderingen in lichaamstemperatuur

Om de belangrijkste factoren te achterhalen riepen de onderzoekers 28 vrijwilligers bij elkaar die verschilden qua fitheid en omvang en onderwierpen hen aan een reeks fietstesten. Daarbij onderzochten ze de mate waarin zij zweetten en hun veranderingen in lichaamstemperatuur.

De verandering in de kerntemperatuur werd natuurlijk vooral verklaard door de hoeveelheid hitte die deelnemers genereerden (per kilo lichaamsgewicht) tijdens het fietsen, zonder de effecten van de vetlaag en de transpiratie. Die hitteproductie verklaarde 50 procent van de variatie in de kerntemperatuur.

Met het percentage lichaamsvet (dat onder de deelnemers varieerde tussen de 6,8 en 32,5 procent) werd slechts 2,3 procent van de verschillen verklaard. Dit suggereert dat twee mensen die hetzelfde wegen en op hetzelfde tempo fietsen even snel warm moeten worden, ook al is de een klein en dik en de ander lang en dun.

Hetzelfde was waar voor de mate waarin gezweet werd: het percentage lichaamsvet verklaarde maar 1,3 procent van de verschillen. Het is belangrijk op te merken dat dit niet in tegenspraak is met het algemene idee dat mensen met veel lichaamsvet meer neigen te zweten. Dat komt echter niet door de thermische effecten van de laag vet, maar simpelweg doordat het meer moeite kost om extra gewicht mee te zeulen.

Vind hier 4 tips om oververhitting te voorkomen

Maatstaf voor je fitheid

Op dezelfde manier zorgt de VO2max, de maatstaf voor je fitheid, alleen ook niet voor veel verschil. Dit verklaarde slechts 4 procent van de variatie in mate van zweten. Dat lijkt tegen de intuïtie in te gaan, maar het komt uiteindelijk toch weer neer op de hoeveelheid warmte die je standaard door de verrichte arbeid opwekt.

Als je twee mensen met een verschillende VO2-max vraagt om te bewegen op bijvoorbeeld 70 procent van hun maximum, dan fietst of loopt de fittere persoon veel sneller en zal dus ook meer warmte genereren. Ze zweten meer, maar ze doen ook meer. En dat komt niet door een of andere magische eigenschap van de VO2-max.

De conclusie? Als je wilt uitzoeken of je kans loopt op oververhitting op een warme dag, of hoeveel je waarschijnlijk gaat zweten, heb je niets aan simpele theorieën over je gewicht of conditie. Uiteindelijk is er zoveel variabiliteit in de mate van opwarming en afkoeling dat je gewoon op je eigen ervaring moet afgaan en op eenvoudige testjes, zoals jezelf wegen voor en na een loop om te zien hoeveel vocht je verliest.