Een ode aan de paddenstoel
De paddenstoel, onze trouwe fietswegwijzer, bestaat honderd jaar.
Vertrouwen. Ja, dat straalt-ie uit. Betrouwbaarder dan een paddenstoel bestaat niet. Stevig geworteld, onwrikbaar, in weer en wind. Opvallend onopvallend.
En, altijd eerlijk in zijn oordeel. Zegt-ie dat het nog 7 kilometer is, dan is dat zo. Geen 6 of 8. De paddenstoel, je kunt erop bouwen. En je voet erop zetten, als je even een rustpunt én de weg zoekt. En juist dat zijn de twee grootste bedreigingen voor de paddenstoel. Maar daarover later meer.
De paddenstoel. Het was een serieuze zaak voor Willem Leliman. Zoals het leven honderd jaar geleden jaar terug sowieso toch al een hele serieuze aangelegenheid was. Niettemin permitteerde Leliman, bestuurslid van de ANWB én architect, zich enige frivoliteit. Want wat was nou mooier dan de kaboutertjes je, laag bij de grond, de weg te laten wijzen. Als vanzelf dus eigenlijk. Het fietspad was, zo vlak na de Eerste Wereldoorlog, ook een serieuze zaak. Er kwamen die dagen steeds meer auto’s bij. De fietser - een man van stand in die dagen - ijverde voor een eigen weg, vanwege de veiligheid én het comfort. En een eigen bewegwijzering.
Tuurlijk, de paddenstoel heeft allang niet meer die functie van vroeger. Toen we nergens wisten waar we waren, toen ook een fietstochtje over de hei toch min of meer nog pionieren was. Tegenwoordig hebben we gps. Die paddenstoel daarentegen blijft om te knuffelen, vooral ook omdat-ie zo vertrouwd oogt. Je fietst er natuurlijk ook regelmatig langs. Soms met zoveel snelheid dat je de letters en cijfers, ondanks het mooie contrast tussen rood en wit, amper kunt lezen. Maar goed, als je zo hard rijdt, weet je waarschijnlijk ook wel waar je heen moet of wilt. Is er twijfel, ken je de route minder goed, dan zijn ze nog altijd van dienst. Ondanks de techniek van nu.
Soms, zo heel soms is het ook wel eens fijn de weg kwijt te zijn. De stilte als de batterij van je telefoon leeg is, kan verfrissend werken. Dan even ben je weer verloren op die grote aardkloot, voel je je nietig. Heerlijk klein, verzwolgen door de natuur. Hoewel verdwaald, toch even geen enkele last meer op de schouders. Schijnbaar onvindbaar. En, hoe fijn - en vertrouwenwekkend - is het daarna om je bewust te zijn dat je (dankzij die paddenstoel) weer op het juiste pad zit. Daarom ook moeten we de paddenstoelen koesteren. Voorkomen dat ze, zoals de brievenbus, uit ons straatbeeld verbannen worden. Dat kan niet, dat mag niet...
Verder lezen? Download dan hieronder de volledige artikel dat eerder in ons magazine verscheen.