Het veldrijgeluk van Gosse

Gosse reist samen met zijn trouwe mechanieker Jelle de wereld af. Op zoek naar veldrijgeluk.

Gosse van der Meer (23) zoekt als professioneel veldrijder zijn geluk in plaatsen als Melbourne, Bern en het Chinese Ahoan. En hij studeert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, om cartograaf te worden. Soms duikt hij even op in het Nijmeegse uitgaansleven en kun je hem volledig los zien gaan in zijn stamkroeg. Tenminste, buiten het wedstrijdseizoen.

In Slowakije mocht hij nog niet zo lang geleden op het allerlaatste moment meedoen aan de veldrit in Levoča. Een nationale cyclocross waarvoor hij spontaan werd uitgenodigd omdat hij toch al in de buurt was. Een extraatje, nadat hij in dezelfde week al in het Tsjechische Uničov en in het Slowaakse Poprad had gereden. Het was een koers die Gosse precies reed zoals hij het van tevoren met Jelle, zijn vaste mechanieker en begeleider, had doorgesproken. Meter voor meter. Op het moment dat hij voor de laatste keer de verzorgingspost passeerde waar Jelle met zijn reservefiets stond, zat Gosse perfect geplaatst. ‘Nu!’ had Jelle geschreeuwd. Gosse plaatste zo’n uitmuntende sprint dat Jelle op zijn klompen kon aanvoelen hoe laat het was. Deze beslissende demarrage van Gosse zou betekenen dat hij een duik moest nemen. Zo hadden ze dat ooit al grappend met elkaar afgesproken. Als Gosse een wedstrijd zou winnen, zou Jelle in het dichtstbijzijnde open water springen. In zijn korte broek, en met zijn klompen nog aan.

Toen ze de volgende dag weer in het Zwitserse Bern arriveerden, de vaste uitvalsbasis van Gosse tijdens dit veldritseizoen, had de grijze Renault Kangoo 3000 extra kilometers op de teller en was Gosse twee Euro en vijf UCI-punten ‘rijker’. Met als ‘extra bonus’ een gebroken stuur en twee gescheurde velgen. Gelukkig was de korte broek van Jelle nog droog. Tijdens die terugweg zat Jelle zoals gewoonlijk weer achter het stuur, en Gosse daarnaast, met de benen languit op het dashboard. Stoppen deden ze alleen wanneer er getankt moest worden. Files werden handig vermeden door waar nodig de binnenwegen te nemen. Net als altijd aten ze de Friese droge worst van keurslager Albert & Aukje uit Surhuisterveen, en ze zochten gelijk Radio Regenbogen weer op zodra ze door Duitsland reden. Wel waren ze wat stiller dan anders. Want hoeveel pech kun je hebben? In winnende positie rijden en dan keihard onderuitgaan, 400 meter voor de meet. Het was maar één kuil, één slippend achterwiel, die het verschil maakte tussen winnen of verliezen. Tussen natte of droge klompen.

Het hele verhaal van Gosse staat in ons nieuwe magazine. Je koopt het in de webshop (we versturen het gratis naar je). Sluit je liever een abonnement af zodat je dit soort verhalen niet meer hoeft te missen? Doe dat dan hier.