Wat zegt jouw lichaamsbouw over wat voor soort fietser je bent

Update: 26 mei om 09:47

 Vraag jij je weleens af waarom je uitblinkt op lange beklimmingen of juist excelleert in de sprint? Je lichaamsbouw – of je nu ectomorf, endomorf of mesomorph bent – heeft een grote invloed op je fietsprestaties en het type fietser dat je bent.

Getty Images

Getty Images

Voel je je eerder thuis op steile berghellingen of kom je juist tot leven in een massasprint? Je lichaamsbouw heeft daar meer mee te maken dan je denkt. In dit artikel lees je welke lichaamstypes er zijn – van ectomorf tot mesomorph – en welk type fietser daar het beste bij past.

Wat is jouw lichaamsbouw?

Iedereen heeft een uniek lichaam, maar grofweg kunnen we mensen indelen in drie lichaamstypes: ectomorf, endomorf en mesomorph. Elk type komt met eigen fysieke kenmerken, van spiermassa tot vetopslag. En die bepalen meer dan je denkt op de fiets.

  • Ectomorf: lang, slank, weinig vet en moeite met spieropbouw. Denk aan iemand als Jonas Vingegaard die omhoog lijkt te vliegen.
  • Endomorf: stevig gebouwd, rondere vormen, makkelijk vetopslag maar ook veel kracht. Een voorbeeld? Filippo Ganna in ruststand.
  • Mesomorph: gespierd, atletisch en van nature sportief gebouwd. Rensters als Lotte Kopecky of renners als Wout van Aert vallen hieronder. 

Ectomorf – licht, snel en fragiel

Ectomorfen hebben vaak een pezig en frele lichaamsbouw. Ze zijn van nature licht en dun, en hoewel spieropbouw voor hen een uitdaging kan zijn, zijn ze uitermate geschikt voor duursporten. Op de fiets betekent dit: bergop vliegen. Hun lage gewicht zorgt voor een uitstekende wattage-gewichtverhouding, wat ze ideaal maakt voor klimmen of tijdritten op heuvelachtig terrein. 

Endomorf – krachtig maar gevoelig voor vetopslag

Endomorfen zijn compact, sterk en gebouwd voor kracht. Hun nadeel: ze slaan sneller vet op. Maar laat dat je niet tegenhouden – juist door die kracht zijn ze uitermate geschikt voor explosieve inspanningen zoals sprinten of gravelritten. Met de juiste training (denk aan interval en kracht) en aandacht voor voeding, halen endomorfen het maximale uit hun fysieke capaciteiten.

Mesomorph – geboren atleet

Heb je een natuurlijke spiermassa, atletisch figuur en lijk je moeiteloos te presteren op elke fiets? Dan ben je waarschijnlijk een mesomorph. Deze rijders zijn de allrounders van het peloton: ze sprinten, tijdrijden en klimmen behoorlijk goed. Hun uitdaging ligt eerder in het doseren dan in de fysieke capaciteiten. 

Welk type fietser past bij jouw lichaamsbouw?

Je lichaamstype geeft je geen vast fietsprofiel, maar het kan wel richting geven. Dit overzicht laat zien welk fietstype meestal goed past bij elk lichaamstype – zonder te vergeten dat motivatie en training altijd het laatste woord hebben.

Klimmer of duursporter – typisch ectomorf

Lichte renners hebben op steile beklimmingen een voordeel. Hun frele bouw maakt hen niet alleen sneller bergop, maar ook duurzamer op lange ritten. Ectomorfen floreren op hoogtemeters, alpencols en lange endurance events.

Sprinter of baanrenner – mesomorph in actie

Met hun explosieve spiermassa en sterke bovenbenen zijn mesomorfen gemaakt voor krachtinspanningen van korte duur. Sprinten, koppelkoersen of een tijdrit vol gas? Voor deze atleten voelt het als thuiskomen.

Gravel of krachtgericht fietsen – endomorf op zijn plek

Zwaarder gebouwde renners hebben baat bij ritten waarbij het draait om kracht, controle en uithoudingsvermogen. Denk aan gravelritten of ritten in de wind. De extra massa zorgt voor stabiliteit en comfort – mits goed getraind – en maakt endomorfen tot onverstoorbare kilometervreters.

Of je nu licht als een veertje bent of krachtig als een blok beton: je lichaamstype helpt je om je sterke punten op de fiets te ontdekken. En hoewel je aanleg iets zegt, bepaal jij uiteindelijk zelf wat voor fietser je wordt.

Wil je meer lezen over lichaamsbouw en training? Check dan ook dit artikel over fietsen tijdens je menstruatie of onze tips voor trainen op hartslag.