Fietsvakantie: van Amsterdam naar Maastricht

Drie persoonlijke verhalen van fietsvakanties. Nummer 3: Julie Tabbers trok met een vriendin in vier etappes van Amsterdam naar Maastricht. Onderweg kwamen oude fietsherinneringen boven.

Regen, kou, wind en meteen de eeuwige twijfel die iedere fietser zal herkennen: fietspak aan en zeiknat worden van het zweet of fietspak uit en zeiknat worden van de regen? Je kunt geluk hebben ja, in theorie. Eigenlijk snapt niemand dat een vriendin en ik met dit weer überhaupt gaan fietsen. Het is begin oktober en we hebben gezegd dat we er graag even uit willen. Nu de herfst is aangebroken, zullen velen dromen van zon, zee en strand. Maar dat is niets voor mij. Ik wil bezig zijn.

Met mijn ouders toerde ik al op de fiets door Europa en ook nadat ik stopte met mijn carrière als roeister wilde ik actief blijven. Ik treinde in m’n eentje naar Mongolië en Rusland, stapte met een vriendinnetje op de fiets om roeimaatjes aan te moedigen tijdens de Spelen in Peking én zal komend jaar een zeiltocht van drie maanden maken. Op zijn tijd moet ik er gewoon even uit.

Van Amsterdam

Daarom hebben we op deze druilerige oktoberochtend wat spullen bij elkaar gepakt. De ene helft op het rekje achterop mijn racefiets. De rest in de fietskar van de meefietsende vriendin. Vanwege het slechte weer duurt de koffiestop bij ons vertrek in Amsterdam extreem lang.

Pas tegen twee uur fietsen we weg. Maar ondanks de regen geniet ik. Of misschien wel juist daardoor. Mensen die ons voor gek verslijten, weten niet hoe gelukkig je je kunt voelen als je na een uur regenfietsen ineens vijf minuten stralende zon voelt, dat warme cappuccinootje drinkt of op de Hilversumse hei een hert voorbij ziet springen. Dat laatste beleven wij. Amper dertig kilometer van huis blijkt Nederland al prachtig. Het kleine geluk van een vakantiefietser.

We zeggen tegen elkaar dat we vandaag naar het oosten willen. Of naar het zuiden. Maar eigenlijk zien we wel waar we uitkomen. Het is vaker de insteek van mijn leven. Ik was ooit topsporter, studeerde filmwetenschappen en visuele antropologie om nu uiteindelijk te werken als cateraar. De weg die je volgt brengt je vanzelf op de plekken waar je wilt komen.

Fietsvakantie

Zonder bestemming, geen druk. Iedere kilometer is vakantie. Vanaf de eerste trap ben je weg. Je proeft het landschap in je benen en neus. En beweegt tegelijkertijd snel genoeg om op een dag écht vooruit te komen en de omgeving te zien veranderen. In het buitenland merkte ik dat ze vakantiefietsers vaak arme sloebers vinden. Wie gaat er anders op zo’n oncomfortabele manier op reis? Ik vind vakantiefietsers juist rijk. Met het stuur heb je de ultieme vrijheid in handen. Die brengt ons vandaag na zo’n negentig kilometer aan de rand van de Veluwe. In Otterlo overnachten we op een verlaten camping.

Je hoeft niet met de trein naar Mongolië om iets bijzonders te beleven. Op dag twee van ons tripje zien we onderweg naar het Kröller-Müller Museum een hertenfamilie. We lenen een verrekijker van andere natuurbezoekers en hebben meteen een leuk gesprek. We besluiten af te buigen richting zuiden. Dat biedt de kans om op de kruising van Gelderland en Limburg even de grens over te steken. Altijd mooi om een welkomstbord van een ander land te zien en te constateren hoe verschillend huizen in dezelfde straat kunnen zijn puur omdat ze bij een andere natie horen. 

Wist je trouwens dat er in Limburg duinen zijn? Als we vanuit een klein Duitse dorpje onze zuidelijkste provincie inrijden, belanden we midden tussen bulten die je normaal alleen aan zee tegenkomt. De Maasduinen, ik had er nog nooit van gehoord, maar wat een prachtig gebied! Mooie plek om een camping te zoeken. 

Kamperen

Het liefst doe ik trouwens aan wildkamperen. Brengt je op de meest vreemde plaatsen. Onderweg vanuit Nederland naar Peking heb ik zo ooit midden in een Chinees maïsveld geslapen. Het was er van God en alleman verlaten. Althans dat dachten we. Midden in de nacht hoorden we lawaai buiten de tent. Vijf mannen, waarvan drie agenten, op de stoep.  Middle of nowhere of niet: ze hadden ons gevonden en wilden ons meenemen naar een hotel.

Wij hadden onze rust hard nodig dus hebben ons van de domme gehouden. Maar een uur later weer geroezemoes: diezelfde delegatie in het maïs. Ze waren zelf naar een hotel gereden om een formulier op te halen waarin gasten aangeven waar ze vandaan komen en wat hun reisdoel is. Dat móésten we invullen voor we met hoge uitzondering verder mochten slapen.

Dat alles schiet door mijn hoofd als we een campinkje bij Afferden op fietsen. Wildkamperen is lastig. Helemaal in Nederland. Bovendien hebben ze hier een plaats waar we een lekker fikkie kunnen stoken voor bij ons avondbiertje. Over nachtelijk in te vullen formulieren geen zorgen. Wél over de vraag of we toch niet twee biertjes extra hadden moeten inslaan. Ze smaken zo lekker!

Tot Maastricht

Je mag als vakantiefietser dan de ultieme eigen baas zijn, dat wil niet zeggen dat je alles zelf bepaalt. Onderweg merk je hoe kwetsbaar en afhankelijk je bent. Van de hulp van anderen, van je gezondheid, van het weer. Tijdens ons bezoek aan Afferden is het zulk noodweer dat zelfs wij geen zin hebben om te fietsen. We stappen pas een dag later weer op.

De regen is nog niet volledig verdwenen, maar er zijn ook periodes met zon. Dat geeft de Maas een extra mooi uiterlijk, terwijl we er een sport van maken de rivier zo vaak mogelijk over te steken. We trappen van het ene pondje naar het andere en zien het land om ons heen steeds glooiender worden. Heerlijk. Heuvels. Buitenland! Na honderd kilometer belanden we op een camping in Schinnen. Jammer dat ik in het dagelijks leven weleens vergeet hoe goddelijk een warme douche na een lange fietsdag altijd voelt. 

Hooi onder de voeten, stieren naast ons en koffie met stroopwafels op tafel. Wat zijn we blij met de stal van een boerderijtje tussen de glooiende heuvels waar we mogen schuilen tegen de regen. We hebben besloten niet direct van Schinnen naar eindbestemming Maastricht te gaan, maar een omweggetje door de heuvels te maken.

Daar hoort vlaai bij en we nemen de gok bij een hoeve waar een bord buiten staat met ‘koffie’ erop. De taart blijkt uitverkocht, maar de schuilplek in de stal maakt alles goed. We keuvelen gezellig met de boer en boerin en de tijd vliegt. Waar we precies waren, weet ik niet. We hebben bewust geen foto’s gemaakt. In deze vluchtige tijd is het verleidelijk om alles op te slaan en te delen via internet, maar soms is het nog mooier een herinnering te koesteren.

Fietsen van Amsterdam naar Limburg

Het verhaal van deze boerderij zal in mijn hoofd alleen maar mooier worden. Alweer een goede reden om op fietsvakantie te gaan! Ik zou het iedereen aanraden. Het stimuleert je om zelfredzaam te zijn én contact te leggen met anderen. Fietsen dus.

Het liefst door een andere cultuur. Of ik nou door China, Oezbekistan, Iran of Marokko fietste: iedere keer kwam ik erachter dat het helemaal niet zo slecht gesteld is met de mensheid. Bijna overal word je door hele lieve en vriendelijke mensen ontvangen. Zelfs als je elkaars taal niet spreekt. Elke dag in het zadel is een avontuur. Zelfs onderweg van Amsterdam naar Limburg.

‘s Ochtends niet weten dat je ’s middags in een boerenstal zult zitten, is een heerlijk gevoel, bedenk ik me als we onze reis beëindigen en in Maastricht de trein naar huis pakken. We hebben in de stad bier en een hamburger op en zijn toen weer vertrokken. Uiteindelijk is de reis veel belangrijker dan de bestemming zelf.

Dit is een verhaal uit Bicycling nummer 1 (2018). Meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Bicycling.

ABONNEMENT KOPEN