Fietsvakantie: Rome, we komen
Drie persoonlijke verhalen van fietsvakanties. De tweede: hoe Wesley Sneijder Daan Rieken tot een fietsreis naar Italië inspireerde.
Het kwam allemaal door Wesley Sneijder. Nederland speelde geweldig tijdens de groepsfase van het EK voetbal in 2008 en mede onder impuls van de kleine spelverdeler werden WK-finalisten Italië en Frankrijk verpulverd. Na twee duels was Oranje al zeker van de volgende ronde. Het snelle succes leidde tot Hollandse volksfeesten in Zwitserland. Speelstad Bern werd overspoeld door oranjemarsen. Grote kans dat zo’n enorme Nederlandse party ook weer los zou barsten in Basel, waar Rusland de tegenstander in de kwartfinale was. Dát wilden mijn beste vriend en ik óók meemaken. We hadden net ons middelbareschooldiploma op zak en zaten in een prima ritme van examenfeestjes. Daar kon zo’n EK-happening mooi bij!
Fietsvakantie
Probleem: we hadden geen rijbewijs en vliegen bleek met ons vakkenvullersloon te duur. De beste optie leek om in geboortedorp Millingen aan de Rijn aan boord te stappen van een schip dat toch al naar Zwitserland voer, maar dat bleek lastig te regelen. Een-na-beste optie was fietsen. Na wat gereken tijdens het bijvullen van de boodschappen in onze dorpssuper ging ook daar een streep door. Zonder omwegen was Basel 634 kilometer. Dat gingen we op onze krakkemikkige schoolfietsen nooit redden in de paar dagen die nog restten tot de kwartfinale.
Dan maar gewoon verder gaan met het aflopen van examenfeestjes! Toch werden we om een of andere merkwaardige reden enthousiast van het idee dat het mogelijk was gewoon weg te fietsen. Als je zomaar naar Zwitserland kon, lag de hele wereld aan je voeten. We vertelden twee andere vrienden erover tijdens een afstudeerfuifje en hoe meer bier we dronken, hoe beter het plan om snel eens op fietsvakantie te gaan leek te worden.
Naar Rome
Bedankt Wesley Sneijder! Want zie ons nu staan. 22 mei 2016 had de dag moeten zijn waarop we na 24 fietsdagen vanuit Nederland in Rome aankwamen, maar je raadt het al: dat kwamen we niet. Alle wegen leiden misschien naar de Italiaanse hoofdstad, behalve vandaag.
Vanuit Narni hoopten we in zo’n negentig kilometer ons eindpunt te bereiken, maar tijdens wat de laatste etappe moet worden gaat het hopeloos mis. Waar we precies de juiste afslag hebben gemist, weten we nog steeds niet. Wel dat we daarna met geen mogelijkheid meer op de goede route kwamen. En dat terwijl we er toch alles aan hebben gedaan. Met gevaar voor eigen leven een stuk over een 110-kilometerweg gereden; een drooggevallen waterval opgefietst (ik overdrijf niet!) om uiteindelijk híér te belanden. Voor een gesloten hek dat een privéterrein scheidt van de openbare weg.
Extra vreemd is dat wij aan de binnenkant van het hek - dus op privéterrein - staan. Waarschijnlijk heeft de bewoner van het riante verblijf zich dood gelachen door de beelden die hij via zijn bewakingscamera’s binnenkreeg. Daarop is te zien hoe vier totaal ontredderde Nederlandse twintigers hun zwaarbepakte fietsen over de anderhalve meter hoge poort tillen om vervolgens zelf via een stekelig bosje ook in de openbare wereld te belanden.
Rome is nog ver
Nadeel: vanaf daar is Rome bereiken nog steeds onmogelijk. Tenzij we besluiten een omweg te maken via het Lago di Bracciano. Vanwege de extra kilometers is daar wel een extra overnachting voor nodig. Tijdens de laatste kilometers naar de camping waar we nooit hadden willen belanden, is ons humeur tot het vriespunt gedaald.
De slimste van ons kijkt uit zijn ogen zoals-ie deed wanneer in de brugklas zijn etui werd afgepakt: hij lijkt ieder moment in huilen uit te kunnen barsten. De kleinste van ons – wiens gemoed zo was opgeknapt nadat-ie voorbij de Alpen wonderbaarlijk van een knieblessure genas – begint ook weer te doen wat hij voor dat herstel deed: namelijk alles afkraken wat er af te kraken valt.
En ook mijn oud-collega-vakkenvuller en ik (behept met de beste fietsconditie) beginnen ons aan dat laatste feit te ergeren: waarom moeten wij zonodig telkens voorop fietsen als de weg omhoog gaat of de wind tegen staat? Waarom waren we überhaupt op het bespottelijke idee gekomen om naar Rome te fietsen? Waren we alle ellende van eerdere fietstrips vergeten?
Op de fiets
Gek hoe dat werkt, bedenk ik me als we na zo’n honderd kilometer de boorden van het meer van Bracciano bereiken: dat na verloop van tijd de vervelende dingen uit het geheugen verdwijnen en alleen de mooie herinneringen blijven. Als wij op de fiets praten over onze middelbareschooltijd klinkt het als zes jaar vol plezier, waarin we alleen wat ouwehoerden, nooit leerden, veel sportten, nóg meer dronken en broodjes frikandel aten in plaats van de gezonde maïsbammetjes van moeders.
Vergeten zijn die ellenlange dagen met slaapverwekkende leraren; de weekenden dat je opgesloten zat op je kamertje om die ene wiskundetoets te halen én al die keren dat je verliefd was op meisjes die je als pukkelig puberjochie never nooit kon krijgen. Alsof het menselijk brein de neiging heeft al het slechte weg te gummen. Als dat een overlevingsmechanisme is, heeft het niet goed uitgepakt. Het bracht ons na eerdere fietsvakanties toch weer op de fiets om uiteindelijk deze rampendag te beleven. Zouden we zelfs 22 mei 2016 ooit als iets moois gaan zien?
‘Ik weet dat ik niets weet,’ het was een van de weinige dingen die ons vriendengroepje wist in die EK–zomer van 2008. Die les hadden we voor ons eindexamen Grieks geleerd van Socrates. Dat niets weten was op liefdesgebied behoorlijk onhandig, maar om concrete plannen voor fietsvakanties te maken een absolute pré! Niet geremd door kennis van mogelijke beren op de weg romantiseerden we het leven op twee wielen. Vrijheid. Andere landen. Bier!
Fietsvakantie Europa door
De twee zomers daarop ploeterden we op onze afgeragde stadsfietsjes door Europa. In 2009 naar Noord-Frankrijk, een jaar later naar Denemarken. Tijdens onze eerste fietsvakantie dag ooit reed ik al meteen bij het oversteken van de Belgische grens lek. We bleken de verkeerde fietspomp bij ons te hebben en moesten zeven kilometer lopen tot het volgende dorp.
Niet veel later – in de periferie van Antwerpen – werd een vriend door een scooterboefje van zijn zadel geduwd. En in de havenstad zelf bleek onze trekkershut verhuurd te zijn aan anderen. Tegen 22.00 uur vonden we vlakbij Antwerpen Centraal een hotelkamer. Dat die nog volop verbouwd werd en we er een godsvermogen voor moesten neertellen, drukte de pret wel degelijk.
Zulke dingen gebeurden meer in de daaropvolgende fietsjaren. Er ging van alles kapot aan onze fietsen, we regenden een miljoen-miljard keer nat, moesten uitwijken voor een mini-tornado en een van ons viel flauw door de hitte en inspanning. Maar toch was het mooi, hielden we onszelf enkele maanden na afloop van die reisjes steeds voor. Zonder fiets waren we namelijk nooit beland in een Deense krant, op het veld van voetbalclub Sankt Pauli en op een zolderkamer met schitterend uitzicht op het Franse Quatorze Juillet-vuurwerk.
Wesley bedankt
Dáárom stapten we zes jaar ná Denemarken nog één keer met zijn vieren op de fiets. Ondertussen hadden we allemaal een serieuzer leven gekregen. Maar voor het nog serieuzer werd, wilden we hoe dan ook nog een langere fietsvakantie maken. We trokken vijf weken uit om Rome te bereiken en waren dit keer zowaar wél aardig voorbereid. Er was zelfs getraind. Dat voorkwam niet dat we op fietsdag twee al verkleumd met alleen een onderbroek aan in een Duits campingrestaurant aan de currywurst zaten, terwijl elke verwarming in de buurt volgehangen was met druipende fietskleding.
Het voorkwam geen nachten slapen onder het vriespunt. Geen vijf lekke banden in drie dagen. Het voorkwam niet dat een van ons uit pure roekeloosheid in een Alpenbeek viel. Of dat we verdwaalden en daardoor een dag later dan gepland in Rome arriveerden.
Op het moment dat ik me dat realiseer – op onze verdwaaldag bij het opdraaien van die camping aan het Lago di Bracciano - weet ik nog niet dat we de Italiaanse hoofdstad op 23 mei wél zullen bereiken. Dat we op de terugweg door autopech een dag verplicht in een winkelcentrum bij Florence doorbrengen. Maar ook niet dat we in Rome midden in de nacht stomdronken euforische rondjes zullen rijden over het Piazza Navona en het plein voor de Sint Pieter. Op de bandjes waarmee we helemaal vanuit Gelderland naar Italië zijn gekomen. Geloof mij. Fietsvakanties zijn duizend keer ellendiger dan de doorsnee zon-zee-en-strand-uitstapjes. Maar juist daardoor ook duizend keer mooier.
Bedankt Wesley!
Dit is een verhaal uit Bicycling nummer 1 (2018). Meer van dit soort verhalen lezen? Neem dan een abonnement op Bicycling.