Remmen op je racefiets doe je zo - de beste remtips voor wielrenners

Update: 12 mei om 12:29

Hard trappen kunnen we allemaal, een bochtje doorsturen lukt ook nog wel, maar heb je het remmen ook onder controle? Gewoon simpel je remhendel inknijpen, toch? Het op de juiste manier gebruiken van je remmen op je racefiets of gravelbike vergt wat oefening, zeker als je de bergen ingaat en straks een steile afdaling af moet. Daarom geven wij je vijf tips om een betere remtechniek te leren. 

Getty Images

Getty Images

1. Duw je gewicht naar achteren tijdens het remmen

Zodra je in de remmen knijpt en je fiets afremt, schuift je gewicht naar voren richting voorwiel, wat er voor zorgt dat al je remkracht op de voorrem wordt uitgeoefend. Dat maakt het moeilijker om je fiets onder controle te houden en effectief tot stilstand te komen.

Duw je gewicht naar achteren als je begint met remmen, om je gewicht echt op het zadel te houden en zo de remkrachten mooi te verdelen. Mocht je hard moeten remmen op hoge snelheid, dan voorkom je op deze manier ook dat je over je stuur heen schiet. Hoe harder je moet remmen, hoe meer je naar achteren moet duwen.

Je kan dit oefenen door een noodstop te maken op een parkeerplaats of op een grasveld. Maak wat snelheid, doe je handen in de beugel (!), strek je armen en duw je gewicht naar achteren, terwijl je hard remt met beide handen. Zorg dat je laag op je fiets blijft.

2. Blijf laag en raak je remmen niet aan in de bocht

Idealiter wil je al genoeg snelheid eruit hebben, voordat je een bocht in gaat, zodat je in die bocht je remmen niet hoeft aan te raken. Nader een bocht met je handen in de beugels, waardoor je beter je remkracht kunt doseren en je tegelijkertijd je zwaartepunt laag houdt. Dit zorgt voor een betere controle van je fiets. Verplaats je gewicht naar achteren en verdeel je remkracht over beide remmen. Laat dan de remmen los en ga met een gecontroleerde snelheid door de bocht.

Natuurlijk gaat het niet altijd perfect. Als je met teveel snelheid de bocht in duikt en je snelheid moet minderen, knijp je achterrem dan heel lichtjes in. Te snel je rem in knijpen in een bocht is hét recept om een schuiver te maken. Ten eerste zorgt het remmen ervoor dat je fiets rechtop gaat staan, wat het laatste is wat je in een bocht wilt. Maar nog erger, het zorgt er ook voor dat je banden minder grip hebben.

Raak nooit je voorrem aan als je in een bocht bent. Als je een bocht doorgaat, ben je dicht bij de grens van de grip die je banden hebben op het wegdek. Als je remkracht toevoegt, kom je dichter bij die grens of er zelfs overheen en slipt je band weg. Als dit bij je achterwiel gebeurt is dat een stuk makkelijker te corrigeren dan bij je voorwiel. Gebruik je achterrem ook met beleid, voor een gedoseerde remkracht.

Laag blijven geldt voor de positie van je handen. Rijd bij hoge snelheid liefst altijd in de beugel, helemaal als het een bochtig parcours is. Door het gewicht zo dicht mogelijk bij de grond te houden is je zwaartepunt laag en blijft de meeste druk op de wielen.

3. Relax!

Als je armen en schouders aangespannen zijn op het moment van remmen, kan je lichaam nauwelijks remkrachten absorberen. Daardoor komen die krachten op je handen terecht, waardoor je die automatisch gaat dichtknijpen. Als je dus plotseling nog harder gaat remmen dan de bedoeling was, dan maakt dit het erg moeilijk om je fiets onder controle te houden.

Houd je schouders ontspannen, buig je ellebogen en houd je stuur ontspannen vast. Daardoor kan je je snelheid beter reguleren, terwijl je fiets ontspannen om obstakels heen gestuurd wordt en je de volledige controle houdt.

4. Neem meer tijd in de regen

Op een nat wegdek kan het met velgremmen drie keer zo lang duren om tot stilstand te komen, dan op een droge weg. Onthoud dat goed! Met schijfremmen is het verschil aanzienlijk minder, maar ook dan is het verstandig meer tijd te nemen voor het afremmen.

Je banden hebben minder grip in de regen, dus je moet je remmen nog voorzichtiger gebruiken dan normaal. Omdat het moeilijker is om af te remmen en tot stilstand te komen, komt het vaak voor dat mensen te hard en te laat gaan remmen. Dat kan ervoor zorgen dat je wielen blokkeren en je in een slip komt… Zeer waarschijnlijk gevolgd door een valpartij.

Verminder je snelheid door heel gedoseerd en langzaam te remmen – in het Engels gebruiken ze hiervoor de term 'to feather your brakes'. Het komt heel nauw en je zult meer kracht moeten uitoefenen op je achterrem om te voorkomen dat je voorwiel blokkeert. Een slip van je achterwiel kan je wellicht nog opvangen – door bijvoorbeeld je voet bij te steken – maar als je voorwiel eenmaal blokkeert, ben je gezien.

5. Gebruik hoogwaardige banden

Je kunt beter remmen als je hoogwaardige banden met veel grip gebruikt. Je kunt ook beter voor wat bredere banden kiezen en deze niet te hard oppompen.

Op de weg gebruiken veel renners 25 of 28 mm banden met ruim onder de 7 bar aan bandenspanning. Toch kan je met een gewicht van 80 kg en 28 mm prima met een druk van rond de 5 bar rijden. Het rijdt heerlijk comfortabel op de meeste ondergronden, maar is nog steeds snel genoeg.