Erik Breukink: 'De Tour van 1990 had ik misschien wel moeten winnen'

Update: 5 juni om 16:57

Heeft Erik Breukink de Tour de France van 1990 verloren, ging er iets mis? Of zat er niet meer in dan de derde plek die hij uiteindelijk behaalt? We besluiten gezamenlijk, voor onze Tour de France Special, op onderzoek uit te gaan. Had Breukink die Tour kunnen, misschien wel moeten winnen?

Cor Vos

Cor Vos

Om maar meteen een misverstand uit de weg te helpen: in die Tour van 1990 droeg Breukink nooit het geel. Dat deed hij een jaar eerder – in de Tour die Lemond uiteindelijk met slechts 8 tellen voorsprong op Laurent Fignon zou winnen - wél. In het shirt van Panasonic won ‘Breuk’ toen de proloog. Een dag later was hij het tricot al kwijt, na een ontsnapping van onder anderen Acacio da Silva. In de Pyreneeën verloor Breukink bovendien veel tijd, waarna hij een paar dagen later uitstapte. Het PDM-duo Gert-Jan Theunisse en Steven Rooks maakte meer indruk, met ritzeges en een vierde en zevende plek in het klassement.

Voor de Tour van 1990 was er geen uitgesproken favoriet. Lemond had in het voortraject weinig laten zien, Delgado, Fignon, Roche, Rooks, Bugno en de PDM-tandem Breukink-Alcala werden ook genoemd. ‘Er waren er op voorhand een heel stel aan elkaar gewaagd.’

Breukink zelf kende in de aanloop nog wel wat fysiek ongemak. ‘Ik had last van mijn bijholtes gehad, dat had wel zijn invloed op de conditie en trainingen. Ze hebben toen nog een gaatje bij mijn neus gemaakt en de boel leeggezogen. De eerste dagen gebruikte ik nog antibiotica.’ Dat was te merken in de proloog, waarin Breukink slechts 22e werd. En ook de ploegentijdrit was een bezoeking. ‘Normaal gesproken was ik daarin altijd de beste van de ploeg, nu heb ik heel erg afgezien. Raul Alcala was op dat moment de man bij ons.’

Op de ochtend van de ploegentijdrit – twee ritten op een dag, het was nog heel gewoon - werd de Tour bovendien getekend door een vlucht waarvan vandaag de dag iedereen de samenstelling nog kent. Ronan Pensec, Frans Maassen, Steve Bauer en Claudio Chiappucci kregen veel te veel ruimte. ‘Iedereen blufte wat, wilde niet voor de ander gaan rijden. Tegenwoordig gebeurt zoiets echt niet meer. Het staat nooit meer stil, omdat heel veel ploegen van elke rit wel weer een doel op zich maken. Toen bekommerden veel teams zich niet om een kans meer of minder.’

Claudio Chiappucci

Het zorgde nadien wel voor onrust. ‘Van Frans wist iedereen wel dat die in de bergen aan een kwartier niet genoeg had, en Steve Bauer zou er ook wel aan gaan. Maar Pensec was wel een redelijke klimmer. En Chiappucci een onzekere factor. Daarvan wisten we allemaal eigenlijk niet zoveel.’

Uiteindelijk zou de kleine Italiaan, die aan de finishstreep geregeld werd opgewacht door zijn moedertje, tot in Parijs meestrijden om het podium, net zoals Breukink zelf. ‘Die Chiappucci was veel beter dan iedereen dacht. Uiteindelijk kreeg hij een beslissend tikkie in de rit naar Saint-Etienne, op 14 juli. Als-ie daar niet gelost was, had hij die Tour volgens mij gewonnen.’

En Breukink zelf? Had hij nu echt kans gehad om de ronde te winnen? Daar had het wel alle schijn van. De dag voordat Chiappucci een tik kreeg, had Breukink zelf namelijk een plaagstootje uitgedeeld. Waar het hem in de rit naar Alpe d’Huez net niet lukte om medevluchters Lemond en ritwinnaar Bugno de pas af te steken (‘Een goede slotklim, ik kon ze er net niet afrijden, maar legde er wel de basis voor het podium’), was hij 24 uur later wél de beste in de klimtijdrit. Lemond gaf 56 tellen toe, de Amerikaan werd vijfde achter het Spaanse trio Delgado, Indurain en Lejarreta.

Het interview verder lezen en weten waar het mis ging voor Breukink? Koop dan onze Tour de France Special in de winkel, of bestel hem in de webshop en hij ligt binnen een paar dagen op je mat.