Lees het interview in onze Tourspecial

Egon van Kessel: ‘Nederlandse renners koersen te weinig’

De beste Nederlander in de Amstel Gold Race? Frank van den Broek. Hij werd, schrik niet, 26e in de Nederlandse klassieker. Daar word je niet vrolijk van. In de Waalse Pijl zat er zelfs geen enkele Oranje-troef bij de eerste 50 in de uitslag. Dat was nog nooit voorgekomen! Voorlopig aantal Nederlandse deelnemers aan de Tour de France? Acht. Het zijn cijfers die mensen als Egon van Kessel frustreren. ‘Nederlandse renners koersen gewoon te weinig.'

Getty Images

Getty Images

De voormalig bondscoach laat zich op sociale media nooit onbetuigd. Zijn statements zijn doorgaans kort door de bocht, zelden positief of opbeurend. En dus wordt hij vaak als mopperkont afgeschilderd. Toch dachten wij hem weer eens te bellen, want je kunt moeilijk ontkennen dat hij geen duidelijke visie op de wielersport heeft. En op veel punten gelijk heeft. ‘Nederlandse renners koersen gewoon te weinig. Veel hebben er nooit geleerd voor de overwinning te rijden. Ga eens een paar keer, figuurlijk dan hè, op je muil. Dan word je coureur.’

Romantische kijk

Van Kessel maakte naam als opleider, hij was de ontdekker van Michael Boogerd. Sommigen zeggen dat de Brabander in die tijd is blijven hangen, dat hij een te romantische kijk op de sport heeft. De sport die tegenwoordig om wetenschap draait, om vermogensmetertjes en strak afgemeten voeding.

Van Kessel pareert: ‘Het is én-én. Je moet als ploeg, als opleider, een combinatie zoeken. Een goede combinatie tussen de moderniteiten van de wetenschap en het ouderwetse koersgevoel. Die wetenschap heb je – in zekere mate - nodig, daar ben ik ook wel van overtuigd. Maar de koerstactiek van de jaren 30, 40, 50 van de vorige eeuw is nog precies hetzelfde als die van nu. Wielrennen is niet alleen maar goede benen hebben, je moet ook kunnen koersen. Inzicht hebben in wat je tegenstanders gaan doen.’

Van Kessel heeft niet zo’n hoge pet op van de gemiddelde koersintelligentie van de Nederlandse renner. ‘Vlamingen hebben dat wel. Ik weet dat van die typische koersen waarvan ze er in België nog genoeg hebben. Gaan een Vlaming en een Nederlander er samen naar de finish, vrijwel zeker dat die Vlaming wint. Zij zijn gewoon intelligenter.’

‘Visma en Picnic-PostNL rijden heel veel kleinere koersen niet, ze schrijven er gewoon niet voor in. Jonge Nederlandse renners hebben daardoor maar weinig wedstrijddagen. Ik vind dat absurd. UAE zie je overal met zijn jongere garde. In elke koers zie je die namen terugkomen. Zo kweek je koersmentaliteit. Een jongen als Tibor del Grosso begrijpt dat. Daar zit een goede kop op. Tibor heeft niet voor Visma of Picnic gekozen, omdat ze wilden dat hij stopte met crossen. Hij wil veel koersen, veldrijden ook. Bij Alpecin krijgt hij nu het goede voorbeeld van Mathieu van der Poel.’

Nederlandse winnaars

Zittend op het bankje voor de kerk in zijn woonplaats Kerkdriel praat Van Kessel op zonnige middagen en lome zomeravonden graag met dorpsgenoten. ‘Maar daar gaat het steeds minder over wielrennen. Ja, als Mathieu van der Poel weer eens gewonnen heeft, dan hebben we het erover. Maar verder niet meer.’ Van Kessel begrijpt dat wel. ‘De meeste mensen kijken niet voor welke ploeg een renner rijdt, maar willen Nederlanders zien winnen. Punt uit.’

De jaren van Raleigh worden op dat bankje nog geregeld in herinnering geroepen. Joop Zoetemelk die in 1980 de Tour won, aan de zijde van Jan Raas en Gerrie Knetemann. Coureurs die, net als Hennie Kuiper, op hun beurt ook overal en nergens wonnen.

Daarna kregen we de generatie van Peter Winnen, Erik Breukink, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse. Panasonic, PDM, Kwantum natuurlijk ook. En de jaren van rittenkapers als Jean-Paul van Poppel, Jelle Nijdam en meer recenter Jeroen Blijlevens. Vervolgens: Erik Dekker, Michael Boogerd, Robert Gesink, Bauke Mollema, Tom Dumoulin natuurlijk. Prachtig! Ze raken er in Kerkdriel, als oude tijden worden opgeroepen, niet over uitgepraat.  

Van Kessel: ‘Ik kan heus wel genieten hoor van een mooie finale zonder Nederlanders. Maar als je mij vraagt wat ik liever zie, dan zie ik liever elke dag een Nederlander op het podium. Tot vervelens toe.’

Het interview verder lezen en weten hoe Van Kessel de kansen van de Nederlands in deze Tour ziet? Koop dan onze Tour de France Special in de winkel, of bestel hem in de webshop en hij ligt binnen een paar dagen op je mat.