Millimeters met mega-impact: wat is de ideale cranklengte?
De juiste cranklengte kiezen – 172,5 mm, 165 mm of zelfs 160 mm – heeft meer impact op je fietsprestaties dan je denkt. Wij doken in de biomechanica en zochten de wetenschap achter die millimeters voor je uit.
Alberto Viciana

De juiste cranklengte kiezen – 172,5 mm, 165 mm of zelfs 160 mm – heeft meer impact op je fietsprestaties dan je denkt. Wij doken in de biomechanica en spraken de wetenschap over wat die extra millimeters echt doen.
Wat is cranklengte eigenlijk?
Cranklengte is de afstand van het midden van de trapas tot het midden van het pedaalgat. Simpel gezegd: hoe lang het stuk is waaraan je pedalen vastzitten. Voor racefietsen wordt meestal een crank van 170, 172,5 of 175 mm gemonteerd, afhankelijk van framemaat. Maar tegenwoordig zie je steeds vaker afwijkende lengtes – korter, welteverstaan. Cranks van 165 mm of zelfs 160 mm duiken op bij bike fittings, tijdritten, triatlons en zelfs in het profpeloton. Maar waarom?
Wat doet cranklengte met je lichaam?
Volgens biomechanisch onderzoek bepaalt de cranklengte mede hoe ver je knie en heup moeten buigen tijdens het fietsen. Een kortere crank betekent minder kniehoek en een kleinere bewegingsuitslag (range of motion, ROM), wat voordelig kan zijn bij knieproblemen of beperkte flexibiliteit. Bovendien wordt de kans kleiner dat je knie je ribbenkast raakt in een diepe aerohouding, bijvoorbeeld op een aerofiets – handig bij tijdritten of triatlons.
Aan de andere kant geldt: hoe langer de crank, hoe groter de hefboom. Theoretisch zou dat meer koppel (kracht) kunnen opleveren bij het trappen. Maar het verschil is klein. Onderzoek van de European Journal of Applied Physiology liet zien dat de optimale cranklengte voor maximale kracht bij het fietsen tussen de 160 mm en 175 mm ligt, afhankelijk van lichaamsbouw – maar dat verschillen in output minimaal zijn.
Conclusie: de cranklengte beïnvloedt vooral de trapbeweging en zitpositie, minder de brute krachtoutput.
De voordelen en nadelen per cranklengte
Cranklengte beïnvloedt hoe je trapt, zit en presteert. Langere cranks (zoals 172,5 mm) bieden theoretisch meer hefboomkracht, maar vergroten de kniehoek en kunnen minder comfortabel zijn bij lage stuurposities. Kortere cranks (165 mm of 160 mm) verlagen de bewegingsuitslag van knie en heup, maken een compactere aerohouding mogelijk en verminderen vaak de druk op gewrichten – maar vereisen een hogere trapfrequentie en kunnen bij sprints minder direct aanvoelen. De ideale lengte hangt dus af van jouw lichaamsbouw, doelen én rijstijl. Wij hebben alle voor en nadelen voor je op een rijtje:
172,5 mm – de klassieker
+ Gebalanceerde keuze voor veel renners
+ Bekend trapgevoel
- Voor kleinere fietsers soms te lang → verhoogde kniehoek
- Beperkt aerodynamisch potentieel bij lage stuurhoogte
165 mm – de allround optie
+ Gunstig voor fietsers <1.75 m
+ Meer ruimte in aeropositie
+ Hogere trapfrequentie vaak makkelijker vol te houden
- Vereist mogelijk aanpassing in gearing (kleinere crank = kleinere hefboom)
160 mm – de shorty
+ Maximaal aerodynamisch voordeel
+ Minder range of motion: gunstig bij knie- of heupproblemen
+ Steeds vaker gekozen in triatlon en bike fitting
- Nóg hogere cadans nodig om vermogen te matchen
- Onwennig gevoel bij overstap van langere crank
Cranklengte en bike fitting: meer dan comfort
Elke millimeter verschil in cranklengte beïnvloedt je hele houding op de fiets. Kortere cranks maken het makkelijker om lager te zitten zonder je knieën tegen je buik te trekken. Dit maakt een agressievere aerohouding mogelijk, wat aerodynamisch voordeel oplevert. Triatleten en tijdrijders gebruiken dit al jaren in hun voordeel. Bovendien wordt door de kortere range of motion vaak minder belasting ervaren op het patellofemoraal gewricht (knieschijf), blijkt uit onderzoek van de Journal of Sports Sciences. Dit kan blessures helpen voorkomen bij renners die gevoelig zijn voor knieproblemen. Heb je andere klachten? Dan kan het misschien wel een van deze signalen zijn dat je racefiets niet de goede maat is.
Wat zeggen de profs en experts?
De trend van kortere cranks heeft het profpeloton inmiddels massaal bereikt — en niet alleen bij kleinere renners:
- Tadej Pogačar (UAE Team Emirates) stapte in 2024 over van 172,5 mm naar 165 mm cranks, om efficiënter te rijden en zijn trapfrequentie op peil te houden, met minder belasting op knieën en heupen.
- Team Visma-Lease a Bike is één van de voorlopers van de trend: tal van renners — zowel kleinere als lange klimmers — werden recent gespot op 165 mm en zelfs 160 mm cranks. Dat geldt ook voor renners als Wout van Aert (1,90 m), Dylan van Baarle (1,87 m) en zelfs Jonas Vingegaard — die wordt gelinkt aan 150 mm cranks in testfase. Dit illustreert dat kortere cranks tegenwoordig ook bij langere renners gangbaar zijn.
- Visma’s leveranciers, zoals SRAM, bevestigen de trend: ze zagen de afgelopen seizoenen duidelijk meer vraag naar 165 en 160 mm cranks.
Hoe kies je de juiste cranklengte?
Er bestaat geen magische formule, maar deze richtlijnen helpen:
Lengte rijder Aanbevolen cranklengte
< 1,65 m 155–165 mm
1,65–1,75 m 165–170 mm
1,75–1,85 m 170–175 mm
> 1,85 m 175 mm
Let daarbij op:
- Je doel: sprinten vs. tijdrijden
- Je comfort: blessures, flexibiliteit, kniehoek
- Je frequentie: hoe makkelijk houd je 90+ rpm vast?
- Je bike fit: laat je cranklengte onderdeel zijn van een volledige afstelling
Zijn kortere cranks echt beter?
Korte cranks zijn geen wondermiddel, maar ze bieden wel voordelen voor veel renners – van triatleet tot recreant. Comfort, blessurepreventie en aerodynamica zijn goede redenen om te experimenteren met korter. De klassieke 172,5 mm is niet fout, maar misschien niet optimaal voor iedereen. Laat je goed informeren, test en pas je fiets aan. Soms zit het verschil in slechts een paar millimeter.