5 feiten waarom een lager lichaamsvetpercentage goed is voor je gezondheid

Een strak lijf en een gezond lichaam: het draait allang niet meer om het getalletje op de weegschaal. Wat écht telt? Je lichaamssamenstelling of je lichaamstype – oftewel de verhouding tussen spiermassa en vetmassa. Zeker voor fietsers en andere sporters is dit een veel zinvollere maatstaf voor gezondheid en prestaties. 

Nog te vaak wordt gewichtsverlies gezien als hét doel. Maar gewicht alleen zegt weinig. Twee mensen kunnen precies evenveel wegen, maar compleet verschillen qua spiermassa en vetpercentage – met een wereld van verschil in gezondheid als gevolg. Wetenschap toont keer op keer aan: een lager vetpercentage (vooral minder buikvet) is sterk gelinkt aan een betere stofwisseling en lager risico op welvaartsziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten.

Belangrijk om te weten: gezonde vetpercentages verschillen per geslacht. Voor mannen ligt een gezonde range tussen de 10 en 22 procent, voor vrouwen tussen de 20 en 32 procent. Topsporters zitten vaak nog wat lager: 6 tot 13 procent bij mannen, en 14 tot 20 procent bij vrouwen.

5 voordelen van een lager vetpercentage

1. Betere insulinegevoeligheid

Minder vet – en dan met name buikvet – zorgt voor een betere insulinegevoeligheid, wat het risico op diabetes type 2 aanzienlijk verkleint. 

2. Gezonder cholesterolprofiel

Een lager vetpercentage gaat samen met een lager LDL-cholesterol (de ‘slechte’), hoger HDL-cholesterol (de ‘goede’) en minder triglyceriden. 

3. Lagere bloeddruk

Minder vetmassa betekent minder druk op hart en bloedvaten, en dus een lager risico op hoge bloeddruk, hartziekten en beroertes.

4. Minder ontstekingen

Minder lichaamsvet gaat hand in hand met minder chronische ontstekingen én een beter hormonaal evenwicht.

5. Betere bloedsuikercontrole

Een gezond vetpercentage verbetert de glucosetolerantie en zorgt voor een stabielere bloedsuikerspiegel – cruciaal om insulineresistentie te voorkomen.

Dit artikel verscheen eerder op Bicycling.com