De Cols van Krol #1 - Muro di Sormano
© Getty Images

Een nieuwe week, een nieuwe rubriek op Bicycling! Oud-schaatser Thomas Krol houdt vanaf zijn vroege tienerjaren in een schriftje bij welke cols hij ooit op de fiets beklommen heeft. In de rubriek de Cols van Krol lichten we iedere keer een van die cols uit. In deze allereerste editie beginnen we met een knaller: de Muro di Sormano.
De Muro di Sormano mag in de recente jaren vaker niet dan wel zijn opgenomen in de route van de Ronde van Lombardije, maar dat neemt niet weg dat voor Thomas Krol de muur in de provincie Como synoniem staat voor de najaarsklassieker die afgelopen weekend verreden werd. De Ghisallo met zijn iconische kerkje op de top is bekender, maar voor de actieve wielrenner is de Muro di Sormano veel uitdagender. Krol: “Deze klim is in de jaren zestig drie keer verreden in de Ronde van Lombardije, maar de klim verdween lange tijd uit koers omdat ie simpelweg té steil was. Dat is koren op mijn molen, want dat soort beklimmingen moet ik zelf zien en ervaren.”
De weg naar de muur
Twee keer reed Krol de Muro di Sormano op. In de zomer van 2016 en het voorjaar van 2021. De weg naar de muur toe leidt eerst over de Colma di Sormano (12,9 kilometer aan 5,7 procent). Vervolgens kun je ervoor kiezen om de muur (1,7 kilometer aan 16,4 procent) eraan vast te plakken. “De Colma di Sormano heeft mooie haarspeldbochten en daar kun je lekker door kachelen. Ik heb een fietscomputer die aangeeft aan hoeveel procent het resterende stuk naar de top omhoogloopt. Dat cijfertje liep steeds verder omhoog, tot het net voor de Muro di Sormano rond de zestien procent stond. Overigens kun je de top ook bereiken zonder die steile weg te nemen, maar dat was natuurlijk geen optie voor mij.”
Tekst gaat verder onder afbeelding.
© Thomas KrolDe Cols van Krol - Colma di Sormano
Hoogtemeters op de weg
Een grote pijl die naar links wijst, leidt naar de helletocht van de Muro di Sormano. Heel even loopt de weg nog vlak en zelfs naar beneden, maar eenmaal het bruggetje gepasseerd gaat de weg aan gemiddeld zestien procent omhoog. “De voet van de klim is een beetje een gekke plaats, vind ik. Je komt op een soort picknickplaats, ik vond het zelfs op een soort camping lijken.
Het mooie aan de Muro di Sormano zijn de hoogtemeters die op de weg staan geschilderd. Het begint op zo’n 840 meter hoogte en eindigt op 1115 meter. Op een bepaald moment is het zo steil dat de hoogtemeters wel heel dicht bij elkaar staan. Je harkt naar boven, maar in mijn herinnering ging die anderhalve kilometer vrij snel voorbij. Juist omdat het zo steil is, zijn die 275 hoogtemeters snel overbrugd.”
Naast de hoogtemeters staan ook de klimtijden van de wielrenners uit de jaren zestig en quotes van onder andere Gino Bartali op het asfalt. Daarvoor had Krol minder oog dan voor de hoogtemeters. “Ik heb het zien staan, maar ik heb ze niet goed kunnen lezen. De weinige zuurstof die ik nog in mijn hersenen had, kon ik niet spenderen aan het vertalen van Italiaanse teksten… De Muro di Sormano heeft immers stukken van 27 procent. Ik moest er ook niet aan denken om nog bij te schakelen of nog eens te gaan staan. Ik kon maar één tempo blijven rijden.”
In het schriftje dat Krol bijhoudt, staan enkel de beklimmingen die hij opreed zonder voet aan de grond te zetten. De Muro di Sormano is dusdanig smal dat je overgeleverd kunt zijn aan de klimmers voor je. “Daar had ik gelukkig geen last van. De tweede keer was ik moederziel alleen tijdens een zonnige maar frisse voorjaarsdag. Ik hoorde enkel mijn eigen gehijg. Ik was die dag op pad met mijn vader voor een mooi rondje langs het Comomeer. Voordat ik de Ghisallo en Muro di Sormano ging doen, is hij omgedraaid en teruggekeerd naar het Comomeer. Die finale is voor mij wat de Ronde van Lombardije is. De finish hoort voor mij in Como te liggen.”
Gouden medaille
Eenmaal boven op de Muro di Sormano wacht de beloning. “Het vergezicht maakt de ervaring extra mooi, want daar doe je het óók voor. Op de top lag een poederlaagje sneeuw, wat nog een extra dimensie gaf. Het uitzicht was fabelachtig. Ik kon die tweede keer Milaan zien liggen, omdat je er prachtig over de vlakte uitkijkt. Op de top is een restaurant, maar die was toen dicht vanwege corona. Het was behoorlijk koud en ik ben snel doorgereden. Op naar de afdaling, waar Remco Evenepoel in 2020 zijn bekken brak. Lombardije is afdalen over wegen die slingeren met onoverzichtelijke bochten. Het is er schilderachtig mooi, maar die afdaling is afschuwelijk. Stapvoets fietsen hou ik niet van, maar ik ga daar geen onnodige risico’s nemen.”
Bergop gaat Krol zelden max-max, maar iedere col die bij beklimt, wil hij op een stevig tempo doorrijden. De toptijd van Krol op de Muro di Sormano is 12 minuten en 36 seconden. Ruim drie minuten langzamer dan de tijd in 1962 van Ercole Baldini, wiens toptijd op de weg staat geschilderd. Al vertelde de Italiaan later dat hij die tijd haalde doordat hij werd omhooggeduwd door de tifosi.
Voorbereiding op de Olympische Spelen
De snelste tijd zou ooit gereden zijn door oud-prof Matteo Cappè (7.36 minuten). Krol: “Even ter verdediging van mezelf: die toptijd was in maart en toen was ik net weer in training voor het olympische schaatsseizoen van 2022. Ja, wat dat betreft heb ik op de Muro di Sormano de basis gelegd voor mijn gouden medaille in Beijing, haha. Het maakt de klim nog een beetje mythischer voor mij dan die überhaupt al is.”
© Thomas KrolDe cols van Krol 1 Colma di Sormano




