Zadelhoogte en de middelvinger van Leonardo
© Getty Images

Hoe een potje padel en een vingertruc me een zadelhoogteblunder van 2 cm deed ontdekken
Door Jelle Lugten
Het is het einde van het wielerseizoen. De dagen worden korter, de bidons vullen zich vaker met wijn dan met Maurten, en je agenda laat eindelijk ook ruimte voor iets anders dan bloktrainingen en lange duurritten.
Een borrel met vrienden? Ja graag. En dit keer niet braaf nul punt nul, maar 6,8 — je moet wat vieren.
Een potje padel? Kom maar door.
Alleen… mijn spieren en pezen — jarenlang getraind op rondjes trappen en netjes in lijn werken — dachten daar anders over.
Neuromusculaire chaos na drie balletjes
Als je eenmaal boven de dertig bent, verandert zo’n vrolijk potje padel in een mini-apocalyps voor je lichaam. Pezen die normaal in een strakke lineaire lijn werken, krijgen ineens te maken met slidings, sprongetjes en explosieve draaibewegingen. Na drie balletjes over het net was mijn neuromusculaire aansturing zoek.
Maar goed, de volgende dag gewoon weer op de fiets. Want: eind van het seizoen betekent één ding… NCK.
Het Nederlands Kampioenschap Ploegentijdrit.
De jaarlijkse laatste krachtmeting. Met de laatste restjes vorm laat je nog één keer zien wat voor motor je in je lijf hebt — of niet.
Ik besloot na jaren weer mee te doen met het clubje waar het ooit allemaal begon: GRTC Excelsior uit Gouda. In 2008 was ik hier nog Nederlands kampioen met - Restore Cycling - in de B-categorie, met niemand minder dan Dylan van Baarle als ploeggenoot. Tijd voor een kleine revival.
Van padel naar pijn
Ik blies het stof van mijn oude Wahoo Kickr en dook vol enthousiasme in de bloktrainingen. Heat adaptation, blokken op FTP en 400 watt-werk (semi-bluf): we gingen er weer voor.
Tot mijn linkerheup begon te zeuren.
“Komt door padel,” dacht ik. En zoals ik dat vroeger deed: er doorheen trainen. Alleen… dit keer ging het niet weg. Het werd erger.
Een week voor het NCK kapte ik na tien minuten powertrainer af. Te veel pijn. Een volwassen besluit op mijn 34e: NCK gecanceld.
Twee weken rust, dry needling, oefeningen — niets hielp echt. En toen kwam ook het WK Gravel in Limburg op losse schroeven te staan. WK gecanceld. Fack. Fack. Fack.
Koffie, lekkerbekje en Da Vinci
Kort na het WK bezocht ik vriend en gravel-specialist Diederik Deelen, die wél aan de start stond. Met koffie en een lekkerbekje als lunch heb ik alle verhalen van hem met genot aangehoord. Hij is al jaren mechanieker in het wielermekka Girona in Spanje. en hij vertelde over het toepassen van het werk van het menselijk lichaam van leonardo da vinci (de Vitruviusman) in het afstelwerk van de fiets.
Blijkbaar kun je de lengte van je oksel tot het puntje van je middelvinger gebruiken om snel je ideale zadelhoogte te bepalen. Hij demonstreerde het bij zijn gravelbike in de woonkamer — en het klopte exact.
Ik sprintte naar de garage, zette mijn fiets naast me en deed de test.
Zadel onder oksel, arm naar beneden… en mijn middelvinger? Een halve hand van de trapas verwijderd!
Wat? Zat ik al die tijd gewoon te hoog?
De aha-momenten stapelen zich op
Een snelle teen-aan-de-grond-check bevestigde het: te hoog.
Samen brachten we mijn zadel maar liefst 2 centimeter naar beneden. En tijdens de terugrit voelde ik meteen dat dit véél beter zat.
Thuis haalde ik mijn bikefit-gegevens erbij:
- Hart zadel tot hart trapas: 78 cm.
Maar wat had ik zelf gemeten?
Niet hart-hart, maar hart trapas tot het puntje van het zadel, dat ook nog eens een flinke nosedrop had. Daarmee was ik ongemerkt 2 centimeter hoger komen te zitten dan waar mijn zitbotten eigenlijk horen te rusten.
Twee centimeter.
Twee kampioenschappen.
De moraal: zelfs oudgedienden maken beginnersfouten
Hoe kon ik dit over het hoofd zien? Simpel: routine en gemakzucht. Een bikefit die ooit perfect was, sluipenderwijs verkeerd toegepast. Een zadel dat je iets kantelt, een nieuwe meetmethode, een schuurtje waarin je ‘even snel’ iets aanpast — en voor je het weet rij je maanden met een verkeerde hoogte waardoor een heupblessure als een sluipmoordernaar je gepolijste, lineare wielerleventje betreed.
Het heeft me letterlijk het NCK en het WK gekost. Maar eerlijk: van dit soort fouten leer je het meest.
Dus: aan het einde van het seizoen, wanneer de focus wat verslapt, is dit hét moment om je fiets eens kritisch te bekijken. Pak die oksel-middelvingertruc erbij, controleer je maten, en wie weet ontdek je een verborgen millimeterslip die jouw heup, knie of rug al maanden probeert te vertellen: “Het klopt niet meer.”
Snelle check: Oksel–vinger methode
- Ga met je zij naast je fiets staan.
- Doe een rechte squat naar beneden tot je oksel op het zadel “zit”.
- Let op dat je recht blijft, ga niet hangen.
- Het puntje van je middelvinger hoort ongeveer bij het midden van de trapas te komen.
→ Zit je er ver boven? Dan is je zadel waarschijnlijk te hoog.
Na 2 ritjes op de juiste hoogte is mijn blessure nagenoeg verdwenen. Kan ik gelukkig toch nog de kaart “actief herstel” trekken.




