Hoe ik 30 seconden won op de Posbank door dit ene geluid

Update: 5 november om 15:43

© Getty Images

Een glitch in mijn playlist zette house om in Tintinnabuli — en opeens vloog ik over de Posbank.

Tijdens mijn laatste klim op de Posbank sprong mijn playlist plotseling naar een andere, doordat mijn mobiel in mijn achterzak zat en mijn bezwete rug en/of een scheetje het scherm even aantikte en de verandering veroorzaakte. Geen house, maar naar de Tintinnabuli-stijl van Arvo Pärt.

Een rustig nummer waarmee je niet je versnelling zou plaatsen. En toch — het hypnotiseerde en ik reed een van mijn snelste tijden ooit.
Rustig, vloeiend, precies het ritme dat mijn adem nodig had.

De cadans van de pedalen leek op te lossen in de klanken van Spiegel im Spiegel. Elke trap was een toon, elke bocht een adempauze in slow motion. Ik besefte: geluid stuurt ons meer dan we denken — niet alleen ons tempo, maar ook ons hoofd.

Van beats naar brein

Muziek is emotie, maar ook fysiologie.
De juiste beat kan je hartslag verhogen, je adem versnellen en je focus verscherpen.
Snelle, opzwepende ritmes — techno, drum & bass, stevige rock — maken van warming-ups kleine veldslagen. Ze zetten je aan, duwen je vooruit, maken van zweet iets met betekenis.

Daarom zweren zoveel renners bij hun vaste playlist.
Iedereen heeft dat ene nummer dat de benen ineens laat draaien.
Maar voorbij de beats per minute begint iets interessanters: wat doet geluid zelf met onze hersenen, met herstel, met concentratie?

De stilte tussen de tonen

Niet elk geluid is gemaakt om op te vlammen. Sommige klanken zijn er om te vertragen.
ASMR, fluistergeluiden, zachte tikjes — het klinkt banaal, maar het brein reageert er fysiek op.
Ze kunnen een tinteling oproepen, spanning loslaten, je zenuwstelsel kalmeren.
Vaak perfect voor ná je rit.

En dan is er de wereld van alpha waves — hersengolven die ontstaan wanneer we ontspannen, gefocust, net tussen waakzaam en dromerig in.
Rustige muziek, tussen acht en twaalf hertz, kan die staat oproepen.
Ambient, lo-fi, minimalistische house — of, ja, Arvo Pärt.
Zijn muziek is eigenlijk pure cadans: stilte als metronoom, eenvoud als zuurstof.
Hij componeert geen melodieën, hij ademt ze. En dat werkt wonderwel tijdens een herstelrit, of in mijn geval de Posbank— alsof je lichaam eindelijk toestemming krijgt om vanuit ontspanning te bewegen.

Geluid op maat van je rit

Misschien is dat de essentie van trainen met geluid: weten wat je nodig hebt, niet wat je gewend bent. Vanuit gewenning paste ik onderstaande op de volgende manier toe, maar kwam erachter; durf te mixen:

  • Techno of drum & bass: voor intervallen of tijdritvoorbereiding — constante beat, vaste cadans, pure drive.
  • House of trance: voor lange duurritten — vloeiende herhaling, trance zonder druk.
  • Ambient of neoklassiek (denk Pärt of Nils Frahm): voor herstelritten, introspectie, focus.
  • ASMR of natuurgeluiden: voor rustdagen — geen ritme, geen doel, gewoon een beetje lummelen.

Meer dan achtergrond

Geluid is geen decor bij onze training; het is een vorm van sturen.
Een onzichtbare coach.
Het bepaalt hoe diep we ademen, hoe hard we duwen, hoe snel we kalmeren.

Misschien ligt de volgende stap in prestatieverbetering niet in nóg een watt meer, maar in een beter afgestemde soundscape.
Eentje die je niet alleen harder laat rijden, maar ook beter laat herstellen.

Dus de volgende keer dat je je oortjes indoet, vraag jezelf af: wat heeft mijn lichaam vandaag nodig? Een beat, de Tintinnabuli-stijl van Arvo Pärt, of juist stilte? Eén ding is zeker; in slow motion ga je soms razendsnel.

En voor als je het geluid van vallende blaadjes en druppelende druppels zat bent: Scooter - One (Always hardcore)