“Je ziet eruit als een echte atleet” – maar hij was zichzelf aan het uithongeren
In het wielrennen wordt lichtgewicht vaak gezien als sleutel tot succes. Maar achter die focus op watt-per-kilo gaat een gevaar schuil. Bij mannen blijft de eetstoornis-problematiek vaak onzichtbaar – met soms levensgevaarlijke gevolgen. Tijd voor meer openheid en bewustzijn.
© Getty Images

In de wielersport is de obsessie met watt-per-kilo groot. Het idee dat een lichtere renner automatisch sneller klimt, is diep ingebakken. Maar die focus op gewicht en prestaties kan een gevaarlijke schaduwzijde hebben – vooral voor mannen, bij wie eetstoornissen vaak onzichtbaar blijven.
Van gezonde hobby naar destructief patroon
In 2018 begon voormalig amateurwielrenner Michaél Costello steeds meer controle te nemen over zijn eetpatroon. Elke kilo die eraf ging, werd door zijn omgeving gezien als bewijs van discipline. Complimenten als “Je ziet eruit als een echte atleet” versterkten het gedrag.
Fietsen begon voor hem als een uitlaatklep. Op een Wattbike in de sportschool ontdekte hij hoe heerlijk het was om het hoofd leeg te maken. Maar in 2020, tijdens de coronapandemie, sloeg dit om. Hij trainde urenlang per dag op de hometrainer, vaak op vrijwel lege reserves. Douchen, slapen, korte wandeling – dat was het ritme. Eten werd een bron van schaamte, en de angst om aan te komen beheerste alles.
Uiteindelijk stortte hij in. Depressie en anorexia vormden samen een dodelijke cocktail. Dankzij ingrijpen van familie kwam er in september 2020 een officiële diagnose: anorexia, depressie en een vorm van trainingsverslaving.
Een onderschat probleem bij mannen
Hoeveel mannen met een eetstoornis rondlopen, is onbekend. Schattingen lopen uiteen van 25 tot 40 procent van het totaal aantal patiënten, maar mannen worden minder vaak herkend en behandeld. Onder wielrenners is het risico hoog. Studies wijzen al jaren uit dat zo’n 17 tot 20 procent van de competitieve mannelijke renners kenmerken vertoont van verstoord eetgedrag – maar insiders weten dat het echte percentage waarschijnlijk hoger ligt.
De sport zelf draagt daar onbedoeld aan bij. Wielrennen beloont een laag gewicht, en de combinatie van prestatiegerichtheid, perfectionisme en het meten van alles – van wattages tot calorieën – maakt de stap naar ongezonde restrictie klein. Het streven naar een hoger watt-per-kilo-cijfer kan verslavend worden, zelfs als het prestatievoordeel allang verdwenen is.
De obsessie met cijfers
In de zwaarste periode woog Costello zelfs sla en telde kersentomaatjes om zijn MyFitnessPal-registratie exact te houden. Iedere maaltijd werd een berekening, iedere rit een manier om ‘calorieën terug te verdienen’.
Andere renners herkennen dit. Zo vertelde een semi-professionele renner dat gesprekken over “te veel eten” in het peloton heel normaal waren. Hij leerde uiteindelijk dat ondervoeding vooral leidt tot vermoeidheid en burn-out. Tegenwoordig vraagt hij zichzelf bij elk voedingsbesluit af: “Levert dit echt iets op voor mijn prestaties?” Als het antwoord nee is, laat hij het idee varen.
Herstel en waarschuwingssignalen
Na de diagnose volgde een lang traject van therapie en herstel. Inmiddels fietst Costello weer, traint hij opnieuw en eet hij zonder angst. Toch blijft waakzaamheid nodig – voor hemzelf én voor anderen. Coaches, ploeggenoten en familie kunnen veel betekenen door op signalen te letten. Sportpsycholoog Josephine Perry noemt drie kerngebieden:
- Persoonlijke aanleg – Perfectionisme, gevoeligheid en angst kunnen succes brengen, maar ook doorslaan in obsessie.
- Aanleidingen – Een achteloos advies als “Met wat minder gewicht klim je sneller” kan jaren blijven hangen.
- Patronen die het in stand houden – Vermijden van maaltijden, negatieve opmerkingen over het lichaam, obsessief tellen of overtrainen zijn serieuze rode vlaggen.
Tijd voor meer openheid
Eetstoornissen hebben het hoogste sterftecijfer van alle mentale aandoeningen. Vijf tot tien procent van de mensen met anorexia overlijdt eraan. Het ontbreken van protocollen voor mannelijke renners – zoals die bij vrouwelijke atleten soms wel bestaan – laat zien dat er nog veel werk te doen is.
Meer openheid, alertheid van coaches en betere onderzoeksgegevens zijn cruciaal. Voor sommige sporters kan het verschil tussen tijdig ingrijpen en zwijgen letterlijk het verschil tussen leven en dood betekenen.
Hulp nodig? In Nederland kun je terecht bij convertedNodes en de convertedNodes.
Dit artikel is geïnspireerd op een publicatie van Cycling Weekly (12 juni 2025).




