Van asfalt naar grind: Waarom WorldTour-renners domineren in gravelraces
Emma Boogaard

De gravelwereld was ooit het domein van avonturiers, voormalige profs en liefhebbers die het asfalt beu waren. Maar tegenwoordig staan ook WorldTour-renners als Florian Vermeersch, Tom Pidcock en Matej Mohorič aan de start van gravelraces en winnen ze er. Hoe kan het dat deze wegrenners, met hun gestroomlijnde profschema’s, ook op het losse grind domineren? En waarom is gravel, ondanks die instroom van grote namen, nog steeds een discipline in volle groei?
WorldTour-motoren op gravel
De verklaring begint bij het niveau. WorldTour-profs beschikken over een motor die moeilijk te evenaren is. Hun vermogen, aerodynamische efficiëntie en getrainde conditie tillen hen automatisch naar de top in elke discipline waar die eigenschappen tellen, ook op gravel. Een renner als Florian Vermeersch, die dit jaar het WK Gravel won, combineert explosieve kracht met technische vaardigheid. Ook Thomas Pidcock is het type allrounder dat zich moeiteloos aanpast. Zijn mountainbike- en crossachtergrond maken hem comfortabel op grind en onverhard terrein.
Een voorsprong dankzij betere faciliteiten
Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat WorldTour-renners niet alleen sterker zijn, maar ook beter gefaciliteerd dan de gemiddelde gravelrijder of semi-pro. De salarissen in de WorldTour zijn de afgelopen jaren gestegen, waardoor renners zich intensiever en professioneler kunnen voorbereiden.
Dankzij de steun van hun ploegen beschikken ze over hoogtestages in onder andere Andorra of de Sierra Nevada, toegang tot geavanceerde vermogensmeters. Daarnaast worden trainingsschema’s afgestemd met voedingsdeskundigen, trainers en sportpsychologen. Ook herstelfaciliteiten zijn van een ander niveau: koude- en warmtetherapie, compressiesystemen, data-analyses en natuurlijk ook massages.
Deze professionele omkadering zorgt ervoor dat WorldTour-profs met een beter getraind lichaam, hogere belastbaarheid én meer kennis van aerodynamica en voeding aan de start staan. In de gravelwereld, die sterk groeit, zijn di faciliteiten voor het overgrote deel niet of nauwelijks beschikbaar. Of het moet privé bekostigd worden, dat zijn nogal wat investeringskosten.
Gravel vraagt meer dan alleen vermogen
Toch draait gravel niet alleen om kracht. Het is een discipline waarin tactiek, bandenkeuze en zelfredzaamheid minstens zo belangrijk zijn. Dat maakt het juist interessant: het is een hybride tussen weg, MTB en avontuur.
Tijdens een gravelwedstrijd zijn er geen volgauto’s, oortjes en vaak geen exacte koersinformatie. Renners moeten zelf keuzes maken over tempo, bandenspanning en voeding. Voor veel WorldTour-profs is dat juist de charme. “Het is koers zoals het ooit bedoeld was,” zei Lachlan Morton (EF Education) eens over gravel. “Je rijdt niet alleen tegen anderen, maar ook tegen jezelf en het terrein.”
Het vraagt dus niet alleen fysiek vermogen, maar ook mentale rust en koersintelligentie. En dat verklaart waarom vooral complete renners, de avontuurlijke types uit het peloton, hier excelleren.
Een discipline in volle groei
Hoewel gravel al jaren populair is onder recreanten, is de professionele gravelwereld nog jong. Pas sinds 2022 organiseert de UCI een officieel wereldkampioenschap. Dit jaar kwam dat evenement opnieuw dichter bij huis: de 2025-editie vond plaats in Zuid-Limburg, met start in Beek en finish in Maastricht.
Hoogtepunten van het WK 2025
- Elite vrouwen: Lorena Wiebes pakte de wereldtitel door in een sprint tegen titelverdedigster Marianne Vos te verslaan. Silvia Persico greep het brons.
- Elite mannen: Florian Vermeersch reed solo naar goud, voor Nederlander Frits Biesterbos en Matej Mohorič.
- Het parcours: Voor vrouwen 131 km met 1.190 hm; voor mannen 180 km met technische secties zoals de Bronsdalweg en Hagenstraat, ongeveer 80 % onverhard.
Waarom deze editie belangrijk is
Het WK in Nederland liet zien dat gravel niet langer een niche is. Grote namen, massale publieke belangstelling en media-aandacht maakten van Zuid-Limburg een epicentrum van de nieuwe koersstijl.
De aantrekkingskracht? Gravel biedt vrijheid. Geen gesloten wegen of teamorders, maar het gevoel van avontuur en ontdekking. Bovendien is het een discipline waar mannen en vrouwen vaak op dezelfde dag, op vergelijkbare routes, racen. Iets wat in de traditionele wielerwereld nog zeldzaam is. Het publiek groeit mee: steeds meer recreatieve fietsers laten zich inspireren door wedstrijden als Unbound Gravel (VS) of het WK Gravel in Limburg. De routes zijn ruig, de sfeer ontspannen en de grenzen tussen prof en amateur vervagen.
Waar ligt de toekomst?
De toekomst van gravel lijkt te liggen in de combinatie tussen disciplines. WorldTour-profs die afzakken naar gravel brengen niet alleen professionaliteit, maar ook media-aandacht en innovatie. Tegelijkertijd blijft de ontspannen-cultuur sterk: evenementen met bier, BBQ’s, modder en vriendschap. Zolang die balans blijft bestaan, kan gravel blijven groeien zonder zijn ziel te verliezen. En misschien is dat wel de grootste reden dat het zo aanslaat: het is wielrennen, maar dan weer écht zonder filter.




