Tips & Tricks

Zo ben je goed voorbereid op jouw eerste strandrace

Update: 13 oktober om 15:55

© Getty Images

Zo ben je goed voorbereid op jouw eerste strandrace

Zand, zout, wind en water: strandracen is fietsen in zijn meest rauwe vorm. Wil jij het een keer proberen? Wij zetten een aantal tips voor je op een rij en spraken met Mats Lentjes van Chur Cycleworks & Coffee over de magie van het strand.

Geen bochtenparcours of technische singletracks, maar een eindeloze strook strand waarop alleen de sterkste, slimste en best voorbereide renners overleven. We spraken met een ervaren strandracer en fietsenmaker, Mats Lentjes van Chur Cycleworks & Coffee in Alkmaar over de grootste beginnersfouten, materiaalkeuzes en wat deze unieke discipline zo bijzonder maakt.

De grootste fout: verkeerde bandenspanning

“De bandenspanning is zó belangrijk – het bepaalt echt alles,” begint hij stellig. “De meeste beginners rijden met veel te harde banden. Op het strand moet je áltijd onder de 1,0 bar zitten, afhankelijk van je gewicht, de interne velgbreedte en de staat van het strand.”

Dat klinkt zacht, maar het werkt. “De meeste strandbanden staan rond de 0,6 à 0,7 bar, en soms zelfs op 0,5. Dat lijkt weinig, maar geloof me: dat is écht het beste. Alleen zo blijft de band drijven in plaats van dat hij zich ingraaft in het zand.”

De eerste strandrace: zwaarder dan je denkt

Een eerste strandrace hakt er vaak goed in – fysiek én mentaal. “Het is misschien wel de meest pure vorm van fietsen tegen de elementen. Het strand kan verraderlijk zijn: zacht, zuigend en eindeloos lang. Je kunt maar een paar keer écht diep gaan.”

Zijn eigen eerste ervaring herinnert hij nog goed. “Ik zat tot het eerste keerpunt bij elke ontsnapping, maar toen daar de beslissing viel, had ik niets meer over. In strandraces is de schifting vaak definitief – de gaten worden zelden nog dichtgereden.”

Zand en zout: vijanden van je fiets

Na elke strandrit is schoonmaken geen luxe, maar noodzaak. “Altijd goed afspuiten met water om zand en zout te verwijderen. Een warm sopje helpt om vuil los te weken van ketting en cassette.”

Hij zweert bij een specifieke behandeling: “De nano coating en bike protector van CyclOn gebruik ik veel – die bieden echt extra bescherming. En misschien nog belangrijker: zet je fiets altijd droog weg. In de winter verdampt water niet zomaar, dus goed afdrogen is cruciaal tegen roest.”

Van mountainbike naar strandfiets

Wil je met je gewone mountainbike het strand op? Dat kan, mits je een paar aanpassingen doet. “Strandbanden zijn absoluut een must. Denk aan de Schwalbe G-One Speed of Vittoria Tattoo Light.”

Daarnaast: “Lock je voorvork, die vering heb je niet nodig. Heb je de middelen, vervang ‘m door een vaste vork – dat scheelt gewicht en stijfheid. En monteer een groter voorblad. Een standaard 32T of 34T is te klein. De meeste strandracers rijden met 40T of groter; de echte kanonnen zelfs met 48T of 50T!”

De juiste spanning voor elk strand

Hoe zachter het zand, hoe zachter je banden. “Met een velg van minimaal 30 mm intern en een berijder van 75 kilo kun je zelfs op 0,5 bar rijden. Met smallere velgen iets hoger. Test zelf met een drukmeter en werk in stapjes van 0,1 bar – dan voel je precies waar het optimum ligt.”

Wind, wattages en tactiek

Strandracen is ook een gevecht met de wind. “Met wind tegen kun je je verschuilen, dus dan blijven groepen vaak groot. Met wind mee daarentegen, daar komen de verschillen echt naar boven. Ik herinner me dat renners als Jasper Ockeloen en Thijs Zonneveld dan vol gas gingen – dan haakte de helft af.”

De gevaarlijkste momenten? “De keerpunten en opgangen. Eerst door het mulle zand, dan vol wind mee: dáár worden de mannen van de jongens gescheiden.”

Door het mulle zand

Wie eenmaal in het mulle zand terechtkomt, weet hoe genadeloos het is. “Het lijkt een beetje op rijden over kasseien,” legt hij uit. “Je moet met genoeg snelheid erin duiken, lage cadans, en je fiets z’n werk laten doen. Met een licht verzet graaf je jezelf in, dus houd wat druk op de pedalen en rijd met een iets zwaarder verzet.”

Sturen? Liever niet. “Dan graaf je je voorwiel in. Gewicht iets naar achteren, voorwiel iets optillen, en gewoon gáán!”

Waarom strandracen zo bijzonder is

“Het is echt een unieke discipline, vooral in Nederland,” zegt hij. “Het gevoel om in de winter over het strand te rijden, midden in de natuur – dat is bijzonder. En de diversiteit maakt het geweldig: het is technisch, snel, en materiaalkeuze speelt een enorme rol. Voor een monteur is dat natuurlijk extra leuk.” Het minst leuke? “De kou… en het weer soms. Maar dat hoort erbij.”

De eerste keer vergeet je nooit

Zijn eerste strandrace was er een om nooit te vergeten. “Op Texel waaide het zó hard dat alle hekken en de startboog omgewaaid waren. Ik reed in de kopgroep, maar bij de finish moest ik van mijn fiets getild worden – compleet verkeerd ingeschat qua kleding en inspanning.”

Toch smaakte het naar meer. “Daarna reed ik bijna elk jaar strandraces. Het is een unieke discipline, en het is mooi dat we dit gewoon in Nederland kunnen doen.”

Zijn advies is simpel: “Als je ooit de kans krijgt: doe het. Ga dat strand op, voel de wind, het zand, het zout. En heb je vragen of wil je tips? Kom gerust langs bij Chur Cycleworks & Coffee in Alkmaar – we helpen je graag op weg.”

Video