Een profiel van 'onze' Tom Dumoulin.

Specialiseer laat

De 28-jarige Tom zat niet al vanaf zijn 3e op de fiets en droomde als kind niet van de gele trui. Hij begon ‘pas’ in 2005, als 15-jarige, met wegwielrennen. Vijf jaar later pakte hij de eerste grote winst in de individuele tijdrit in de Ronde van Italië voor beloften (de Girobio). Het bleek de opmaat te zijn voor jarenlang succes.

Lever enorme power

In de ronde van Spanje van 2015 reed Tom Dumoulin tot de laatste dag in de rode trui. Om tot die prestatie te komen moest hij op kritieke momenten enorme wattages leveren. Enkele voorbeelden: In de 2e etappe lag de finish bergop bij de Caminito del Rey. Gedurende 8 en halve minuut reed Tom 459.6 watt, oftewel 6,6 watt/kg. Vier dagen later, tijdens de 6e etappe met aankomst op de Sierra de Cazorta deed hij daar nog een schepje bovenop en reed hij gedurende een kleine 6 minuten 508,2 watt, oftewel 7,0 watt/kg. Op de een-na-laatste klim van de Vuelta (de Puerto de la Morcuera) reed Tom gedurende 16 minuten 411 watt (5,9 watt/kg). Het was net niet voldoende de aanval van eindwinnaar Fabio Aru af te slaan.

Rijd als een stylist

Tom heeft niet voor niets de bijnaam ‘Il Bello’: de mooie. Het verwijst naar zijn schitterende houding op zijn tijdritfiets. Testen in de windtunnel hebben aangetoond dat hij vrijwel perfect op de fiets zit, een houding die voor veel renners fysiek onmogelijk is. Belangrijker: Dumoulin kan dezelfde vermogens rijden op zijn tijdritfiets als op zijn wegfiets. Een vaardigheid die maar heel weinig renners gegeven is.

Bezit de X-factor

Behalve zijn late specialisatie, enorme power en perfecte houding heeft Tom nog een extra vaardigheid: hij heeft een goede kop. Mensen die met hem werken geven vrijwel unaniem aan dat Tom nadenkt over wat hij doet. Hij weet waar hij mee bezig is en houdt ervan om het avontuur en de uitdaging aan te gaan. Vorig jaar liet hij optekenen: 'Ik heb een onrealistische ambitie en altijd een realistisch doel.'

En kijk nog een keer naar die foto. Als je de macht hebt om Poels en Froome zulke koppen te laten trekken, dan ben je een hele grote meneer!

Tekst: Miriam van Reijen
Beeld: Getty