In etappe 16 van de Tour van 2018 kregen we een lesje van de afdaalkoning. Alaphillipe stortte zich als een ware adelaar van de Col du Portillon en haalde hierbij een maximale snelheid van 93.4 km/u.

De koning van de klim werd in deze etappe ook keizer van de afdaling.

Overigens zei hij hier later zelf over: 'Als Gilbert niet was gevallen, was ik het wel. We namen veel risico'. Afdalen als Julian zullen we overlaten als de pro’s. Maar een paar lessen afdalen kan je wel wat extra zekerheid én snelheid geven.

De juiste lijn

Wielrenners hebben het over de 'goed de bocht aansnijden', 'op de apex sturen' of 'de ideale lijn volgen'. Hiermee bedoelen ze een bocht zo rijden dat je het minste snelheid verliest. Dit doe je door zo nodig vóór de bocht te remmen, naar de buitenkant te sturen en in de bocht weer naar binnen te vliegen. Je rijdt zo precies op de (juiste) apex, dit is het diepste punt van de lijn door het midden van de bocht.

Een perfecte daler a la Alaphilippe weet deze apex moeiteloos te vinden. Doe je het niet helemaal goed dan is er sprake van een te vroege apex (je stuurt te vroeg naar binnen) of een te late apex (je stuurt te veel naar buiten). Om een perfecte lijn te rijden helpt het om dóór de bocht te kijken naar de plek waar je uit wilt komen.

Druk op de pedalen

Soms lijkt het alsof motards en wielrenners vrijwel plat in de bot liggen. Dit kan alleen als ze een aantal regels respecteren. Ten eerste: Je houdt altijd je pedaal omhoog aan de kant waarheen je helt. Gaat de bocht naar links dan is je linkerpedaal omhoog en je rechterpedaal omlaag. Zou je dat niet doen dan loop je risico dat je pedaal het asfalt raakt. Regel twee: Door extra druk te geven op het pedaal dat beneden is én op de tegenstelde arm heb je een nog betere balans en glijd je moeiteloos door de bocht.

Op de bovenbuis?

Bij steile afdalingen stoppen de renners met trappen en proberen ze zo aerodynamisch mogelijk naar beneden te ‘vallen’. Door hun knieën onder het wiel te vouwen en op hun bovenbuis te gaan zitten hebben ze het minste luchtweerstand. Onderzoek aan de Universiteit van Eindhoven laat zien dat je in de juiste houding zo’n 17% sneller kan afdalen dan wanneer je op het zadel (met je handen in de beugels) blijft zitten. Dit onderzoek toonde overigens aan dat er nog één snellere positie is: de superman positie. Gevaar van deze houding is dat je minder stabiel bent en het lastiger wordt om te remmen: overlaten aan de pro’s dus.