We zijn allemaal wel eens keihard gelost. En mocht je dit nooit hebben meegemaakt, dan gaat dat echt wel een keer gebeuren.

De overheersende emotie is op zo’n moment meestal schaamte, maar als het je vaak genoeg is overkomen, weet je dat het meer omvat. Door de jaren heen zijn we vijf verschillende stadia in de emotionele achtbaan gaan onderscheiden, wanneer we het tempo niet meer kunnen bijbenen.

Dat gaat ongeveer zo:

Fase 1: Shock en Ontkenning

Je schakelt zwaarder. Je schakelt lichter. Je stoempt. Je gaat op de pedalen staan. Je kijkt met ongeloof toe hoe andere renners je aan beide kanten passeren. Je bent net als Mozes die stilstaat, met een splijtende zee van fietsers om je heen. Het besef daalt in: de groep vertrekt. En ze vertrekken zonder jou.

Fase 2: Woede

Je wordt boos op iedereen: je groepsgenoten, je trainer, die tosti die je at met de lunch. Maar je wordt meestal boos op jezelf. De pijn in je benen? Het is zwakte die uit je lichaam sijpelt...

Fase 3: Onderhandelingen

Je gaat deals met jezelf maken. Ik ga stoppen met het eten van chips. Ik ga ook weer stoppen met alcohol. Ik ga vijf kilo afvallen. Ik ga meer trainen. Ik ga een betere fietser worden. Een beter persoon. Ik ga het allemaal anders doen, als ik maar gewoon kan blijven aanhaken.

Fase 4: Depressie en Eenzaamheid

De groep is echt weg. Je probeert de vragen des levens te beantwoorden, zoals of je ooit iets zult bereiken en waarom je deze stomme sport nog steeds doet. Er moet iets anders zijn waar je beter in bent. Zoals op de bank liggen.

Fase 5: Acceptatie en Hoop

Je herinnert je dat iedereen weleens moet lossen. Het komt goed! Je hebt nu de vrijheid om de rest van deze rit in heerlijke stilte te voltooien. Er heerst een gevoel van vrede in je. Omdat je nu gewoon lekker op pad bent. En dat is altijd goed.