Elke beklimming bevat één fundamenteel element: inzet. Maar er zijn meer ingrediënten die bepalen of een klim goed of slecht gaat. Hier zijn zes essentiële zaken waar je aan moet denken om makkelijker en sneller te klimmen:

Inhouden is sneller boven

Als je te snel boven je omslagpunt komt blaas je jezelf op en vertraag je voordat je op de top bent. Hou je ademhaling diep en ontspannen en zorg ervoor dat je hartslag aan het begin van de klim onder je omslagpunt blijft. Zodra je in een ritme komt verhoog je langzaam de inspanning tot je op je omslagpunt fietst. De laatste 200 meter is de beste plek om maximaal te gaan en aan te vallen. Als je slim begint, heb je aan het eind nog energie over voor een sterke finish.

Blijf (vooral) zitten tijdens klimmen

Tenzij je een Spaanse klimgeit van 55 kg bent, blijf je vooral op je zadel zitten tijdens het grootste deel van de klim. Je verbruikt ongeveer 5 procent meer energie als je op de pedalen staat. Schuif je lichaam iets naar achteren op je zadel, zodat je maximale druk op je pedalen zet. Ga alleen staan als je lichaam een pauze wil van het zitten of wanneer je mee springt of aanvalt. Als je staat, hou je kont dan naar achteren, zodat de punt van je zadel de achterkant van je bovenbenen raakt en je gewicht voorbij de crank is. Te veel naar voren leunen zorgt ervoor dat er te veel druk op het voorwiel komt en je minder grip met je achterwiel hebt.

Ontspan je bovenlichaam

Je hele bovenlichaam moet ontspannen blijven, zodat je geen energie verspeelt. Een goede indicator voor een ontspannen bovenlichaam is een kleine buiging van je ellebogen. Je ellebogen moeten iets naar buiten staan, voorbij je knokkels. Dit zorgt ervoor dat je ontspannen blijft. Als je ellebogen naar binnen staan, span je je brede rugspier aan en dat kan je ademhaling beperken. Een goede rompstabiliteit (core-stability) doet wonderen om makkelijker boven te komen

De juiste versnelling op de klim

Wees niet bang om je lichtste versnelling te gebruiken. Schakelen op het goede moment komt met ervaring daarom hebben wij alles wat je moet weten over schakelen bij elkaar geraapt. Veel fietsers willen de grote versnelling gebruiken tijdens het klimmen, maar het doel moet zijn om licht te trappen en je cadans comfortabel te houden. Zorg ervoor dat je cadans boven de 70 blijft.

Verbeter je wattage-per-kilogram

Het vermogen dat je per kilogram lichaamsgewicht kunt trappen bepaalt voor een groot deel hoe goed je kan klimmen. Een topklimmer als Chris Froome kan een ongekend vermogen van 6 tot 7 watt per kilogram leveren. Als je 5 watt per kg kan halen, ben je heel erg goed. Door HITT-oefeningen (High Intensity Interval Training) kan je je wattage tijdens het seizoen met 5 tot 7 procent verhogen. Een trefzekere manier: Rijd twee maal per week gedurende 10 tot 30 minuten op of rond je omslagpunt (een 8 op een uitputtingsschaal van 10). Verbeter nog meer door je gewicht te verlagen.

Adem diep om makkelijker te klimmen

Veel fietsers gebruiken slechts de bovenste helft van hun longen, waarbij ze oppervlakkig en snel ademhalen tijdens het klimmen. Dit beperkt de snelheid en efficiëntie van het transport van zuurstof naar de werkende spieren. Train de ademhaling door diep naar je buik te ademen, waarbij je je longen volledig vult. Als bonus zorgt een diepe ademhaling ook voor meer ontspanning tijdens een klim.