Daar staan we dan, met de zoutranden op ons shirt en een energieniveau op standje nul. Starend naar de ingeslagen autoruit op de parkeerplaats in Luik. Een vloek verlaat de mond. Gelukkig blijkt al snel dat de op de achterbank achter gelaten tassen niet interessant waren – want gevuld met alleen maar kleding – en er dus niks van waarde weg is. Maar een mistroostig einde van deze lange dag is het wel. En we begonnen nog wel zo opgetogen en vol goede moed.

Met zijn tweeën reden we die ochtend vanuit Utrecht richting Luik, om voor de eerste keer dit seizoen een fietstocht van boven de 150 kilometer te maken. Met daarbij ook nog eens maar liefst 2700 hoogtemeters. Eén dag voor de profs het in de wedstrijd moeten laten zien, kunnen wij onszelf en elkaar tonen hoe de benen zijn zo relatief vroeg in het seizoen. Of we ook nagedacht hebben over de volledige afstand van 274 kilometer en 5200 hoogtemeters? Geen seconde, dat lieten we graag over aan de 2500 fanatiekelingen die vanochtend vroeg al opstapten. Wij kozen voor de middenafstand van 154 kilometer, net als de overgrote meerderheid.

Land vehicle, Cycling, Bicycle, Cycle sport, Vehicle, Road cycling, Road bicycle racing, Bicycle helmet, Bicycles--Equipment and supplies, Road bicycle, pinterest
FOTO:GOLAZO

Bij de start verloopt alles vlotjes. Auto parkeren langs de Maaskade, een paar honderd meter op de fiets naar de start, waar door middel van het goed georganiseerde ‘Scan&Ride’ systeem de startbordjes binnen mum van tijd op ons stuur zaten. Iets na 9 uur pakken wij ons officiële vertrek.

De eerste paar kilometer gaat het door Luik. Seingevers staan her en der op de kruispunten, maar de vele verkeerslichten maken het een wat trage start. Zodra we de stad verlaten gaat de vaart er echter goed in, mede dankzij twee Amsterdammers die op kop van ons groepje aan het stampen zijn. Dit gaat lekker zo, is de eerste gedachte die opkomt. Als we dit tot de eerste officiële klim – die na bijna 50 km opdoemt – kunnen bijbenen, dan hebben we in elk geval een vliegende start.

Die gedachte wijkt al snel als blijkt dat we al na acht kilometer aan de voet van een klim komen waarbij 200 hoogtemeters moeten worden overbrugd. Blijkbaar mag zo’n bergje geen naam hebben als het gemiddelde percentage maar iets boven de 4% ligt. Het lichaam is het daar niet mee eens, zo blijkt uit de hartslag die gelijk richting omslagpunt gaat. Iets te lang haken we nog aan bij de hardrijders, maar voordat de benen echt ontploffen kiezen we voor ons eigen tempo. Vaak merk je na zo’n snelle start dat je toch stevig door blijft rijden – zo ook vandaag. Diep van binnen weet je dat dit kan gaan opbreken straks, maar ach… Het gaat lekker.

Nog voor de eerste officiële klim – de Ancienne Barrière – komen we bij de eerste verzorgingspost. Prima verzorgd, voldoende sportdrank, water en vast voedsel. Een stukje sinaasappel is nu al lekker fris en ook de Belgische wafel gaat er goed in. Het ondershirtje kan inmiddels uit, want de temperatuur loopt al aardig op en de zon schijnt fel. Na een korte stop, waarbij blijkt dat de gemiddelde snelheid angstvallig dicht tegen de 30 ligt, vervolgen we onze weg. Iets rustiger nu is het devies.

Na 50 kilometer beginnen we dan eindelijk aan de heuvelzone – al moet gezegd dat mijn Wahoo Elemnt Bolt nu al meer dan 700 hoogtemeters heeft geregistreerd. Van een vlakke aanloop is niet echt sprake geweest. In relatief kort tempo volgen de klimmetjes elkaar nu op. Niet allemaal even mooie wegen en vergezichten, maar de klimmetjes lopen prima. Ondertussen rijden we al sinds de start tussen de massa’s wielrenners. Tijdens de beklimming van de Haute Levee is de weg het bezit van de fietser, auto’s moeten stapvoets volgen. Niet ideaal voor zowel auto’s als deelnemers, maar dat is inherent aan het volgen van het officiële LBL-wedstrijdparcours.

instagramView full post on Instagram

Zodra we aan de Col du Rosier beginnen – één van de mooiste beklimmingen van de Ardennen aldus onze hoofdredacteur Laurens ten Dam – zijn de wegen wat rustiger en sfeervoller. Het tempo zit er nog altijd goed in, maar de eerste helft van de rit heeft er toch al behoorlijk ingehakt. Op elke klim pakken we ons eigen tempo en wachten we elkaar boven op. Altijd samen afdalen is de afspraak, want je weet nooit wat er onderweg kan gebeuren.

Via Spa en de Col du Maquisard – nog zo’n niet al te steile, mooie, kronkelende beklimming over rustige wegen – bereiken we Remouchamps. Woonplaats van Philippe Gilbert en startpunt van de befaamde Redoute. Op de eerste stroken van die helling merken we eindelijk iets van de echte LBL-sfeer: Langs de weg staan tientallen campers geparkeerd en de aanmoedigingen stuwen ons net iets harder omhoog. Tevergeefs, want nadat de weg afbuigt volgt het steilste stuk, met stroken van maar liefst 22 %. Een enkele deelnemer zet voet aan de grond, de rest trekt en sleurt zich naar de top. Bovenop treffen we wat bekenden en komen de eerste stoere verhalen al voorbij, ondertussen terugdenkend aan het feit dat er zojuist nog jankend om onze moeder werd geschreeuwd. Het kan verkeren. Na een vlotte afdaling, een iets langere stop bij een volgende verzorgingspost en wat glooiende wegen ruiken we stilaan de finish. Er rest ons nog een dikke 30 kilometer als de beklimming van de Roche aux Faucons begint. De term 'geparkeerd staan' krijgt op deze helling wel een hele letterlijke betekenis. Menig fietser gaat slingerend omhoog – de warmte en kilometers gaan dubbel tellen als de percentages in de dubbele cijfers lopen, zo blijkt ook nu weer.

Cycling, Bicycle, Vehicle, Outdoor recreation, Recreation, Bicycles--Equipment and supplies, Cycle sport, Road bicycle, Waterway, Sports equipment, pinterest
FOTO: GOLAZO

De laatste twintig kilometer rijden we de voorsteden van Luik weer binnen. Weg zijn de beboste heuvels en rustige wegen. Sobere industrieterreinen en arbeiderswijken kenmerken deze regio, de Italiaanse wijk Saint Nicolas stroomt niet over van vreugde. Op de gelijknamige beklimming – de laatste officiële van de dag – voel je desondanks de historie. Hier was het waar Frank Vandenbroucke en Michael Boogerd hun duels uitvochten, hier zal Jelle Vanendert de volgende dag demarreren. Bij de vele toerrijders is al lang geen sprake meer van een demarrage of gevecht. Hooguit nog met zichzelf. Maar doorrijden doen ze allemaal.

Als ook de laatste hellende strook in Ans – waar de finish van de profwedstrijd is getrokken – achter ons ligt, is de koek wel echt op. We dalen de resterende kilometers af naar de Maasvallei en bollen rustig uit over de finish. Oef, dit was geen makkie vandaag. Maar genoten hebben we wel.

Was het de mooiste tocht ooit? Dat niet. Daarvoor ging de route over te drukke wegen en door te sobere buurten. Een start aan de zuidkant van Luik zou wat dat betreft beter zijn, maar dan mis je wel de officiële wedstrijdfinish. Toch blijft het een mooie beleving om een dag voor de profs over hetzelfde parcours te rijden. Het inschrijfgeld is met zijn € 45 wel aan de hoge kant, daarvoor zouden best wat meer seingevers en een wat specialer aandenken geboden mogen worden. En een beveiligd parkeerterrein…

Tekst: Sander Jansen
Foto: Golazo