Om je fietscomfort en efficiëntie te optimaliseren helpt het om met de juiste cadans te rijden. Cadans is je trapfrequentie gemeten in rotaties per minuut (rpm), hoeveel keer je pedalen elke minuut een heel rondje maken dus.

Hoe het werkt

Elke keer dat je op je pedalen duwt, zorgen je spieren voor kracht en begint je cardiovasculaire systeem zuurstof en brandstof naar je spieren te pompen, terwijl het afvalstoffen afvoert, zoals het melkzuur dat je produceert tijdens het fietsen. De cadans die je kiest, moet je in staat stellen deze systemen in balans te brengen, zodat er niet een op is voordat je rit klaar is.

Ideale cadans

Wat is de perfecte trapfrequentie? Voor de meeste wielrenners ligt die ergens tussen de 80 en 100 rpm, een aantal waarbij je snel, maar gecontroleerd kunt trappen, terwijl je een redelijke druk op de trappers uitoefent die je ook vol kunt houden. (Natuurlijk verlaagt je cadans tijdens een klim, dat is prima.) Er zijn fietscomputers die je trapfrequentie kunnen aangeven, maar je kunt ook simpelweg tellen. Om je trapfrequentie te tellen, gebruik je een stopwatch om het aantal rotaties in 30 seconden te tellen en dat vermenigvuldig je dan met 2. Of, als dat te lastig is, kun je ook tot 10 tellen en dat vermenigvuldigen met 6. Zodra je een gevoel hebt bij hoe verschillende trapfrequenties voelen én hoe jouw ideale trapfrequentie is, wordt het zaak om door middel van schakelen (zwaarder of lichter) om een comfortabel tempo te behouden.

Aanpassen

Als je cadans laag is, laten we zeggen onder de 80, probeer hem dan te verhogen. Hoe hoog hangt af van jouw fysiologie. Renners met een hogere cadans zijn vaak de lichtere renners; vrouwen, masters en mensen die een grotere aerobe capaciteit hebben dan spierkracht. In het algemeen kun je, als je benen het eerder begeven dan je longen, je trapfrequentie opvoeren. Als je naar adem hapt, maar je benen nog door kunnen gaan, verlaag hem dan. Oefenen helpt je cadans te verbeteren en de perfecte rpm voor jezelf te vinden.

Vertaling: Lysanne Wilkens