Hoe leer ik in een groep rijden

Groepsritten zijn er in meerdere soorten en maten. Sommige zijn eigenlijk informele wedstrijdjes, terwijl anderen onder de noemer van een 'social ride' gewoon lekker rondrijden. Elke groepsrit heeft zogezegd zijn eigen ‘regels’.

Vind iemand die regelmatig meerijdt en vraag hem of haar naar de regels van de groep. Houdt de groep de gehele rit een regelmatig tempo aan of zijn er bepaalde stukken waar de regels overboord gaan en het volle bak rijden is? Wordt er gesprint bij plaatsnaambordjes? Wordt er gezamenlijk overgestoken of is het ieder voor zich? En als je de route niet kent, rij dan naast iemand die wel de weg weet. Anders kan het zijn dat je op kop rijdt en de groep de verkeerde kant op stuurt.

Ben je nog helemaal nieuw en ben je nog zoekend naar de juiste versnelling? Lees dan in dit artikel alles over hoe je moet schakelen.

Tijdens de meeste groepsritten wordt er twee aan twee gereden, waarbij er steeds twee mensen het tempo bepalen (op kop in de wind rijden), voordat ze van de koppositie afsturen en zich terug naar achteren laten zakken. Deze variatie in intensiteit is één van de fijne dingen van een groepsrit, maar voor iedereen die achter de tempomakers rijdt is het van belang dat het tempo continu gelijk blijft.

Een veelgemaakte fout door de voorste fieters is om een klimmetje extra snel op te rijden en in de afdaling rustig naar beneden te rijden. Doordat er bergop met lagere snelheid minder voordeel is om achter iemand rijden, wordt iedereen in een klim evenveel uitgeput. Als de tempomakers vervolgens in de afdaling niet genoeg doortrappen, moet iedereen achter hen in de remmen knijpen.

Verdien respect van degenen achter je door rustiger omhoog te rijden en hard door te trappen in de afdaling. Tempowisselingen vermoeien anderen ook, dus zorg ervoor dat je niet versnelt als je op kop komt en zet niet hard aan na een bocht of kruising. Dit snokken, waardoor er steeds een klein gaatje valt en degene achter je in de wind komt te zitten, is erg vermoeiend. Dit kan overigens ook juist een tactiek zijn!

Geef richting aan, ongeacht op welke plek je fietst. Wijs naar de grond met je vingers om te waarschuwen voor rotzooi op de weg of gaten in het asfalt. Voor grotere gevaren (hardlopers, geparkeerde auto’s) zwaai je naast je lichaam met je hand, de zwaairichting van het gevaar af. Een klap op je (eigen) kont geeft ook het signaal dat er aan die kant van de weg een obstakel aankomt. Zodra je klaar bent met je kopbeurt, duw je je elleboog even op zij aan de zijde waarvan je verwacht dat een nieuwe tempomaker je passeert.

Probeer ervoor te zorgen dat de voorkant van je voorwiel niet voorbij de achterkant van het achterwiel van degene voor je komt. Zelfs al zou je op tijd kunnen reageren en kunnen voorkomen dat de wielen elkaar raken als je voorganger uitwijkt, het zorgt er vaak wel voor dat er een beweging naar achteren ontstaat – waarbij je vervolgens het voorwiel van degene achter je raakt. En, net als met autorijden, zorg ervoor dat je de afstand met je voorligger in de gaten houdt, terwijl je ook verder vooruit kijkt.

Op deze manier wordt er alleen gereden in een waaier. Maar dit is een vak apart en ook in de waaier is het raadzaam met de groep mee te bewegen. Dus wWaait het hard en word je groepje in waaiers getrokken? Dan kan het zo maar 'op de kant gaan'. Tips voor het rijden in een waaier vind je hier.

.Je hoeft je absoluut niet te schamen als je uit de wind wilt rijden en achterin de groep wilt blijven, zelfs niet als je dat de hele rit doet. Het kenmerk van een ervaren fietser is dat hij of zij niet de hele tijd volle bak hoeft te rijden. Weten wanneer je rustig moet rijden is een belangrijke stap naar volwassenheid als fietser.

Als je even rustig aan wilt doen, rij dan helemaal achteraan de groep en geef rijders die naar achteren zakken een duidelijk signaal dat ze voor je weer in moeten voegen. Roep duidelijk: 'Tussen' als je de afzakkende fietser er tussen wil laten. Velen zullen zelfs blij zijn met de mogelijkheid om meer op kop te kunnen rijden. Ook als je nieuw bent in het wielrennen, is een groepsrit een goede manier om te starten. Van achteruit kan je de dynamiek van de groep goed zien en bestuderen, terwijl je andere rijders niet in de weg zit.

En mocht je het niet bij kunnen houden is gelost worden helemaal geen schande. Mentaal moet je wel een paar stappen door, daarover lees je hier.

Er is een aantal kreten die je móet kennen:

• Tegen: roep je als er tegenliggers aankomen (fiets, auto, scootmobiel, het maakt niet uit.
• Voor: roep je als er personen, spullen, voertuigen aan de rechter kant in de rijrichting op de rijbaan staan.
• Achter, roep je als er wordt ingehaald door andere fietsers, auto's of andere voertuigen
• Vrij: als het kruispunt dat je oversteekt vrij is zonder verkeer. Je groepsgenoten kunnen met vertrouwen oversteken.

Al deze (en nog meer) noodzakelijke gebaren leggen we in korte video's in dit artikel aan je uit.